METEORIETEN EN HUN OORSPRONG

ne indruk der lichtkogels, dien wij spoedig daarop in den oorlog ondergingen, was niets dan een slechte copie daarvan, terwijl daar bovendien nog de wisseling van blauwe, groene, roode en gele kleuren ontbrak, die den val der meteorieten begeleidt.

Welk een schouwspel moet het zijn, wanneer ijzerklompen, vele centenaars zwaar, zich naar de aarde bewegen! Zullen menschen getuigen zijn geweest, bij het neerstorten van het drie meter lange, even breede en anderhalven meter hooge blok ijzer in het vroegere Duitsch-Zuidwest-Afrika? Wel kent de overlevering berichten van ooggetuigen van het vallen van meteoorsteenen: een der schoonste gebeurtenissen op dit gebied beleefde Alexander von Humboldt in 1799 in Zuid-Amerika. Beroemd is de val van een meteoor nabij Madrid den ioen Februari 1896, die bij Braunau in Opper-Oostenrijk in het jaar 1847 en zoo vele andere, waarvan de data tot in de grijze oudheid terug gaan. Beroemd zijn ook de reusachtige meteoorblokken, waarvan Peary er een in 1894 vond; deze weegt 750 centenaars. En een andere, waarvan Nordenskjöld in 1870 uit Groenland bericht bracht, bevatte bijna 500 centenaars zuiver ijzer!

Ver over elk voorstellingsvermogen heen zullen de geweldige massa's uitgaan, die den 30sten Juni 1908 's morgens om 7 uur in het Siberische oerwoud aan de boven-Tunguska neersmakten. Volgens de moeizame onderzoekingen van Russische onderzoekers ging het hier om een meteorietenzwerm, waarvan de afzonderlijke deelen ieder meer dan 130.000 kilogram zwaar geweest moeten zijn. Om dezen zwerm vormde zich in de lucht een gloeiend heete gasmassa met een middellijn van vele kilometers. En deze massa suisde met een snelheid van meer dan 70 kilometer per seconde naar de aarde toe. Er werden tallooze kraters gevormd, de luchtdruk wierp een bosch tot op meer dan 25 kilometer afstand als een verzameling lucifers omver, de hitte verwoestte over een afstand van 15 kilometer in het rond alle leven. Reusachtige vlammen, zwarte wolken en brullende donder traden over honderden kilometers op. De luchtdruk stuwde het water op en smeet nog op grooten afstand menschen en vee op den bodem. Het landschap herinnert aan de velden