BOERDERIJEN AAN DE BOVENSTE LOCHT TE KERKRADE. HOEVE TE NEER.

Weerbaar en paraat ter verdediging. Dit militant karakter vindt zijn verklaring in de geschiedenis der streek, waar telkens weer stukken grondgebied, meestal na hevigen strijd, overgingen van de eene hand in de andere, en Toteren en Bokkenrijders eeuwenlang hun gruwelijk bedrijf pleegden! Aan de binnenzijde krijgt men een gansch ander beeld te zien: het geheele leven van de boerderij concentreert zich op en om de binnenplaats, met in het midden de zoo waardevolle mestvaalt. Als materiaal domineert de zachte, gemakkelijk te bewerken goudgele mergelsteen, die het land zelf hier voortbrengt. In vroegere tijden werden meestal stroo of riet als dakbedekking gebruikt.

In Midden-Limburg verliest de vierkante boerderij-bouw vrijwel geheel zijn versterkingskarakter. De schuur, in den buitengevel, heeft altijd een breede wagenpoort. Het materiaal is onveranderlijk de baksteen. In enkele gevallen vond schrijver vakwerkbouw toegepast. De dakbedekking bestaat steeds uit dakpannen, meestal blauw-grijze.

Het princiep dat het Halle-huis beheerscht, is: dat de geheele ruimte van woonhuis, deel en stallen in één groote hal is samengebracht. Het bouwmateriaal is baksteen, de dakbedekking aakpannen.

Het langgevel-type kenmerkt zich hierdoor, dat de naast elkaar gelegen woning, stallen en schuur alle hun toegangen hebben m den langen gevel van het onder één nok gebouwde geheel. Materiaal: baksteen; dakbedekking: pannen.

Na van elk hoeve-type een algemeene beschrijving te hebben gegeven, beschouwt de heer Franquinet een aantal ïllustraties, waarbij hij gelegenheid krijgt, de aandacht van den lezer te Vestigen op verschillende karakteristieke détails.

W. M.

TUINBOUWKUNST.

Nummer 7 (1931) van het tijdschrift „Baukunst" is geheel gewijd aan de kunst van het aanleggen en inrichten van tuinen. >>Als geen ander volk ter wereld", lezen wij in de Inleiding, >,zou het volk van een Mörike en een Eichendorff de artistieke èn de psychische waarde van den tuin verstaan en liefdevol tot uitdrukking brengen". Terwijl de Scandinaven, bij wie de monumentale visie niet onderdoet voor de lyrische, vooral uitmunten op het gebied der bij het woonhuis hoorende „hoving", is Duitschland op het voorplan getreden met zijn groote stadsparken, zooals men die vindt te Keulen, Hamburg en Frankfurt. De wensch wordt uitgesproken, dat de Duitsche Tuinbouwkunst, in de komende jaren van „ijzeren spaarzaamheid", uit den nood een deugd zal weten te maken, teneinde ook op n kleiner plan haar faam hoog te houden.

Alwin Seifert leve rt 'n interessante bijdrage over „Gartenkunst, gestern, heute und morgen." Dr. Franz Hallbaum schrijft over

„Gartenkunst im Stadtebau". Er is verder een bijdrage met korte karakteristieken van Tuin-boeken, bestemd voor architecten.

W. M.

TRIPLEX.

Eigenschappen, vervaardiging en toepassing. Door Ir. R. K. von der Nahmer. Uitgever: N.V. Uitg. Mij. TE E. Kluwer, Deventer. Prijs f 1.25. Het feit, dat er in het algemeen geen Nederlandsche literatuur, met uitzondering van enkele reclame-brochures en tijdschriften, over Triplex bestaat, en meer in het bijzonder een beknopte samenvattende behandeling van de eigenschappen, de vervaardiging en de toepassing van Triplex, zoowel in de Nederlandsche als de buitenlandsche vakliteratuur ontbreekt, heeft de schrijver gebracht tot de uitgave van dit boekje. In dit werkje is zooveel mogelijk gestreefd naar een naar voren brengen der belangrijkste punten met vermijding van te ver doorgevoerde detailleering.

Achtereenvolgens worden behandeld de algemeene eigenschappen van triplex en de bijzondere eigenschappen der verschillende soorten, met combinaties van triplex met andere materialen, zooals met metaal (aluminium, roestvrije staalsoorten, monelmetaal), en met isolatiemateriaal (Celotex, Insulite, Donnacona) .

Na een hoofdstuk over de vervaardiging volgt voor de gebruikers het voornaamste gedeelte, n.I. over de toepassing, behandeling en verwerking van triplex.

Zeer wetenswaardige dingen worden gezegd over de toepassingsmogelijkheden.

Het geheel is verlucht met talrijke duidelijke foto's en schetsen. Het zal ongetwijfeld de toepassing van dit nuttig en soepel materiaal bevorderen. Ir. L. H.

ALLERLEI

ROUWVERSIERING.

In aansluiting bij de lezing van den heer Jan van Dongen Jr. over Kerkhofkunst, waarvan het eerste gedeelte verschijnt in dit nummer van het Bouwblad, geven wij hier een samenvatting van de voordracht over „Rouwversiering", door architect van Moorsel, gehouden op de XVe Ned. Liturgische Week. De rubrieken schrijven maar weinig voor, wat speciaal de rouwbekleeding betreft. Na het Concilie van Trente in 1550, is 't algemeen verplichtend voor de Requiem-Mis, alsook op Goeden Vrijdag, dat het kazuifel van den priester zwart is. In het

61