HET GEBOUW VAN DE N.-H. LEVENSVERZEKERING-MAATSCHAPPIJ TE ALKMAAR. Situatie-, begane grond- en verdiepingplan.

hoe verscheiden en aan het doel aangepast het karakter der vertrekken is, wil ik slechts terloops vermelden, om nog even stil te staan onderaan de trap opzij, die een aparten ingang heeft en die naar de boven-kantoren voert. De ronding van den wand boven, die noodzakelijk was om een raam van de buren vrij te laten, is tevens, ongezocht, gebruikt om die trap met de muren van lichten Frieschen steen bijzonder mooi te verlichten (die als meer van Kropholler's trappen, hangt en zich zelf steunt). Die blanke muren, warm verlicht, en van onder, op menschenhoogte, geglazuurd langs de welving van die trap, doen overtuigend zien, hoe de architect, binnen de grenzen van het zakelijke, de schoonheid van sfeer weet te scheppen. Details als de oogenschijnlijk grillige vorm der in de bogen geplaatste deuren en meer nog, de verdeeling en vorm der ingangen, de profiels der wanden bij zoo'n ingang toonen, hoezeer gedacht is aan allerlei kleinigheden, van zooveel belang voor het gemak van den bezoeker bij het komen en gaan.

Het gebouw ligt tegenover de oude kerk en het is duidelijk, dat de architect de omgeving heeft willen respecteeren en zich daardoor zelfs heeft laten inspireeren. Zijn zwaarder, half baksteenen, half zandsteenen arka¬

den doen even denken aan het veel lichter, maar dan ook bijkomstiger samenstel van pilaar en boog buiten om de kerk, zijn dak en trapgevel zetten op bescheidener schaal het geaccentueerde en rijzige karakter daarvan voort. De proporties der ramen, die een evenwichtig geheel vormen, zijn geheel en al aangegeven door het doel, geen oogenblik is hier gedacht aan een manifestatie naar buiten. Manifesteeren doet zich slechts de in tweeën verdeelde hoofdingang, die zoo waar dadelijk in het oog valt (o ketterij!) terwijl de zijingang inderdaad bijzakelijk is.

De bouwmeester heeft de verwachting — en wij

deelen die met hem, dat de nog te bebouwen hoek,

die tusschen de kerk en dit gebouw ligt, en waar een politiebureau en een postkantoor zullen komen te staan, aan zijn zorg zal worden toevertrouwd. Voor allen, die, tegen den luidruchtigen drang der modes in, op de door hem gehuldigde en gediende beginselen bouwen, zal het dan nog eens mogen heeten: Van Alkmaar begint de victorie!

CORNELIS VETH.

*) Ik denk hier aan een artikel van S. van Ravenstein in „De Gemeenschap", met (hier sta ik voor in) onbillijke beschuldigingen.

36