oppervlakkig-praktische, maar ook de boven beschreven, meer ethische, heeft ingedacht. Door de op zandsteenen pilaren rustende bogen van den baksteenen binnenmuur komt men uit de, slechts door de raampjes van de niet te hooge voordeuren verlichte hal in de rustige, zacht beschenen ruimte voor den klant, die naar drie kanten een indruk van beslotenheid ontvangt, welke hem zegt dat zijn persoonlijke belangen hier onafgeleide toewijding zullen vinden, en slechts op het loket, waar hij ze laat behandelen, juist voldoende licht uit het lokaal der employés. Dit lokaal is van achter en van opzij, uit het privé-kantoor der directeuren, goed verlicht, voor het gedeelte, waar men voor de reken- en andere machines extra-nauw moet toezien, is bovenlicht. De directeuren kunnen uit hun kantoor alles overzien, door een paar vensters van matige grootte, waardoor de ondergeschikten het gevoel hebben, gecontroleerd te worden, niet dat van een onbehagelijke voortdurende aanwezigheid der werkgevers en ook niet dat van een onverhoedsch bespieden. Ik

HET GEBOUW VAN DE N.-H. LEVENSVERZEKERINGMAATSCHAPPIJ TE ALKMAAR. Wang.

HET GEBOUW VAN DE N.-H. LEVENSVERZEKERINGMAATSCHAPPIJ TE ALKMAAR. Hal.

kan niet voortgaan met een zoo intieme beschrijving van de deugden van dit werkmilieu, en wil nog slechts enkele punten aanstippen. Bijvoorbeeld hoe het kantoor der directeuren en de vergaderzaal der commissarissen boven de ongebeitste en slechts met was bewerkte eiken lambrizeering, baksteenen muren hebben, die echter volstrekt geen kalen indruk maken (het is jammer dat de zwarte telefoons en electrische schakelborden daarbij slecht passen) en die in de eigen materie eventjes versierd zijn. Hoe de dubbele muren en ramen hier èn koude èn gehoorigheid bestrijden, hoe aangenaam en toch eenvoudig-zakelijk de door den bouwmeester zelf ontworpen stoelen en tafels zijn, hoe de constructie dezer meubelen, als overal in zijn werk, de versiering aan de hand doet, hoe hij hier, als ook elders, zelfs van de scharnieren der deuren iets moois heeft gemaakt door de plaatsing, hoe verrassend het licht is dat de vensters van bescheiden grootte geven,

35