KANT EN BOEDDHA.'

Ik denk dat er weinig ontwikkelde menschen in dit land zijn, die den naam van Kant niet kennen. Ik ben er zeker van dat er nog minder zijn die een goed begrip hebben van zijne werken en hunne beteekenis. De Engelsche geest is niet geneigd tot wijsgeerige beschouwingen, de diepe en systematische denkwijze der Duitschers is hem vreemd. Zelfs aan onze academies is het aantal ernstige studenten in de wijsbegeerte zeer klein. Maar wij allen ademen — of wij willen of niet — de intellectueele atmospheer van onzen tijd in. En Kant heeft, misschien meer dan iemand anders, invloed op onze hedendaagsche denkwijze.

Kant stierf ruim eene eeuw geleden op 12 Februari 1804. De universiteit te Königsberg vierde den 12en Februari 1904 zijn eeuwfeest met groote plechtigheid, In Königsberg bracht hij bijna zijn geheele werkzaam leven door; haar universiteit, tot dien tijd vrijwel onbekend, verkreeg door hem eenen wereldberoemder) naam. Eene blijvende herinnering aan het huldigingsfeest ligt voor mij, eene verzameling van redevoeringen, bij die gelegenheid uitgesproken door K professoren en privaat-docenten aan de academie : „ eine dem Leben und Lehren des grossen Philosophen gewidmete Festschrift." Dr. Julius Walter, die nu zijn leerstoel bekleedt, zeide: „Wij zijn allen zijne leerlingen", en onge-

1) Naar een artikel van W. S. Lilly in The Fortnightly Review van Augustus 1906.