DER ACHTTIENDE EEUW.
75
bonbonniere vereerd. Met veel dankbetuigingen had hij die aangenomen; maar toen het bleek, dat er onder het lekkers een allerkostbaarste diamant lag, rustte hij niet, voordat zij dat laatste kleinood had teruggenomen. Een andermaal wou ze met alle geweld haar kostbaar, in diamantjes gevat zakuurwerk tegen het zijne (doodeenvoudige) verruilen. Dit schijnt hij (toen nog maar luitenant) te hebben aangenomen. Dat was echter niet het geval met de herhaalde pogingen van de dame, om hem rolletjes met vijftig Louis (Tors te doen aannemen, die ze in zijn hoofddeksel had verstopt. Van zulke geldgeschenken wou hij nooit weten, hoewel hij toen nog maar heel weinig inkomsten genoot.
Wat die markies De Valfons toch een excentriek menscli moet geweest zijn '. Zoo achterlijk te blijven bij den Franschen tijdgeest, die immers cle „beschaafde wereld" beheerschte! Waarlijk! de moeite, die hij zich getroost om zich aan dien regen van „vereeringen" te onttrekken, is wel een onwraakbaar getuigenis, clat de algemeene type van den toenmaligen Franschen gentleman evenmin bezwaar vond in het aannemen, als zijn tijdelijke beminde in het geven van geldgeschenken. Zoo lezen we bijvoorbeeld, dat een deihoogste edelen, de hertog De Caderousse, zich, tot ondersteuning van zijn grof spelen, door zijn maitresse al haar paarlen liet geven, „zonder dat iemand ter wereld, ook zij zelf, er iets vreemds in vond." Geen van die dames-uitzuigende groote heeren schaamde zich over zoo iets. O tempora! o mores!
En bleef het daar nog maar bij ! Maar neen : diezelfde welopgevoede heeren, die zelfs voor de kamermeisjes elegante groeten over hebben, zien er geen been in, om nu en dan echtgenoote of maitres duchtig af te straffen. Zoo lezen we, dat b.v. de markies De Grave zijn vrouw op al te gemeenzamen omgang met den graaf De Clermont betrapt hebbende, haar blond1 en blauw heeft geslagen. Nu had die markies ten minste nog eenige reden; maar dat was niet altijd het geval. Zoo placht b.v. D'Aubigny zijn beminde,
1) Niet .bont". In dat woord ware „blauw" reeds begrepen.
Vert.