UIT DE VOORRADEN VAN ZOETEMOND
Redelijke sghoonheid in de „pasteierije".
Wii lezen in „Vandaag" van 20 Nov. j.1. een artikel over de redelijke schoonheid in de „pasteierije", waarvan wij ondergaand overnemen:
"Ue wereld schooner maken" is altijd mijne leus geweest, ten ^inste vanaf mijn openbaar leven dat aan mijn drie en dertig Ji»ar begonnen is. Alle menschen van goeden wil hebben als Phcht het „leelijke" uit het leven te weren, bijzonderlijk het leelijke uit hetgeen zij zelf maken, of voortbrengen. Een boom, een hond, een paard kunnen leelijk zijn, maar dat is dan 't gevolg van miswas, afwijking, ziekte, verminking, — hoeveel eelijke menschen loopen er niet op de wereld tegen één schoone> maar dat is niemands schuld. Dat soort leelijkheid hebben w'j te verdragen, en het dient dan ook nog om het schoone beter 'e Waardeeren. Er zijn echter een massa dingen die leelijk zijn do°r onze schuld, en die evengoed schoon zouden kunnen en m°eten zijn. Hebt gij al eens opgemerkt, toen gij in vollen ernst, met sombere gedachten bezig, in een begrafenisstoet stappend, de afschuwelijke leelijkheid van een corbillard? En kijk maar 'ei>s rondom u: er zijn zooveel andere dingen waarvan we de
lelijkheid niet zien, omdat wij er aan gewoon wierden we
st»kken in de leelijkheid! — een lantaarnpaal, eene blinkdoos,
<!en plakbrief, een uithangbord Op zich zelf hebben die
<j'ngen met schoon of leelijk niets te maken ze staan buiten
kunst — ze zijn echter leelijk, omdat hun vorm aan het doel niet beantwoordt, en vooral omdat men den vorm heeft trachten te verdoezelen met nuttelooze versiering, en die versiering ln strijd is met de materie waaruit ze bestaat. Dat soort leelijk"eid kan en moet geweerd worden, daartegen moeten we vechten' ■— elk in zijn midden, in zijn bedrijf, in zijne omgeving ijveren om dat leelijke door iets minder leelijks of door iets schoons te vervangen. Als we maar de eenvoudige stelregel konden toegepast krijgen: dat alle materie moet aangewend en verwerkt w°rden volgens haar eigen aard, dan ware er al veel gewonnen geen bloemen in geschilderd blik in een glazen kast gestopt, neerleggen op het graf onzer naastbestaanden!
In om 't even welk vak bestaan er van die monsterachtigheden, en ieder vakman helpt er aan meedoen, omdat in ieder vak de traditiegeest heerscht, die de een van den ander overneemt en eerbiedigt als een erfdeel, als eene onveranderlijke wet. Geen die er aan denkt, zoolang hij er in is, dat daar iets kan of mag aan gewijzigd worden. Geen vakman die inmenging van een buitenstaander duit. Tracht maar een drukker te overtuigen dat er geen vignetten te pas komen op het programma van een „Luisterrijk Avondfeest", dat een omzendbrief moet gezet worden uit één en dezelfde lettersoort, en het hoegenaamd niet als luxe moet beschouwd worden zooveel mogelijk verschillende lettersoorten naast elkaar te doen prijken.
Doch mijn naam is Zoetemond, en mijn bedrijf de edele kunst der pasteierije, — onder opzicht van ,,schoon-en-leelijk" heb ik ook nog iets op het geweten, en hier wil ik trachten goed te maken waarin ik eertijds mede gezondigd heb. Daar ik sedert jaren zoogezegd op pensioen ben en nog enkel voor eigen gebruik brood en taarten bak, zal ik zonder vooringenomenheid die kwestie kunnen behandelen.
Wat zou ik niet geven om de vormen nog eens weer te zien van de klaasventen — die wondere figuren, kunstig in palmhout
gesneden ik ken ze nog alle, de mannen te voet en te peerd,
in wonder costuum aangetoorteld en met de gekste uitdrukking op het gelaat, — waar ik jaren lang mijn duimen heb lam en kapot op gewerkt om het harde mokkendeeg er in te duwen! Die klaas-venten hooren ook al bij de vergeten dingen uit het
verleden ze waren schoon in hun aard, en zijn door dingen
vervangen zonder stijl, omdat zij op leelijke wijze, iets werkelijks willen verbeelden.
De liefhebberij en de belangstelling is er bij mij nog niet uit, en 't gebeurt wel dat ik aan het toograam van een pasteibakkerij in stad blijf stilstaan, om te zien hoe het vak evolueert. Er komt wel wat nieuws bij, doch men blijft er op de verkeerde wegen voortwandelen: er ontbreekt altijd het gezonde inzicht, het zoeken naar stijl — men werkt in de suiker en in de crème alsof
het materie ware voor beeldhouwers en sierkunstenaars, men
tracht met alle middels den schijn te verwekken dat het geen
171