VERSLAG VAN DEN ZENDINGSSTUDIE RAAD OVER HET JAAR 1912.

De beide eerste jaren van wording en krachtig eerste uitgroeien van den Zendingstudie Raad, in het vorige (eerste) verslag in breede trekken geschetst, zijn gevolgd door een periode van rustiger ontplooiing, waarin het werk zich is beginnen te zetten. Dit is niet anders dan een gelukkig verschijnsel te noemen, dat wij met dankbaarheid constateeren. Alleen op deze wijze kan er sprake zijn van een blijvende gezonde ontwikkeling. Dit tweede verslag zou dan ook kort samengevat kunnen worden aldus: de verschillende werkzaamheden werden op denzelfden voet voortgezet, terwijl de in het vorige Verslag genoemde plannen uitgevoerd werden. Maar toch is daarmee niet alles gezegd; wij hebben er ook op te wijzen, dat onze arbeid begint door te werken en reeds vruchten afwerpt.

SAMENSTELLING EN ORGANISATIE. In de samenstelling van den Z. S. R. kwam geen verandering, evenmin als in zijne organisatie, behalve dat de onderlinge verhouding tot de Onderwijs-commissie en tot onze Boekhandel-afdeeling nader geregeld werd, — dit laatste in verband met de aansluiting bij den Nederlandschen Boekhandel (zie onder.) — Ook onze verhouding tot de zendingscorporaties en kerken en andere lichamen bleef dezelfde. Alleen mochten wij meer dan één blijk ontvangen, dat het werk van den Z. S. R. in toenemende mate gewaardeerd wordt en erkenning