had grooter kunnen zijn, maar vele vrouwen van mannelijke doopcandidaten weigerden voor zichzelf nog den overgang naar de christelijke kerk en daarom werd ook voor de mannen de doop nog uitgesteld, daar hun bij blijvend verzet der vrouwen, te zeer een terugval in het heidendom dreigt. Hierdoor doet zich het voor Deli wel merkwaardige verschijnsel voor, dat de overgangen in de randressorten procentsgewijze meer waren dan op de Hoogvlakte, in Serdang nog wat grooter dan in de Doesoen.

Overigens was het werk, op de Hoogvlakte (zendeling Vuurmans) volstrekt niet minder dan in andere jaren, maar het bestond meer in het toebereiden van den zaaiakker. En een der hoopvolle momenten daarin was de verkegen toestemming om op alle bestuursvolksscholen godsdienstonderwijs te geven. Dit is van groote beteekenis voor de toekomst t. a. v. het opgroeiend geslacht en is voor de evangelisten, die dit onderwijs zullen geven, van veel gewicht, door de taak op zichzelf en door het element van regelmaat, dat er door gebracht wordt in hun juist dat element te zeer ontberend werk.

In Serdang (zendeling Jansen Schoonhoven) was het werk ook hoopvol, vooral door de gemeente-avonden, die tot verdieping van geestelijk leven meewerken en tevens opvoeden tot echte gemeentevorming, mede door den Kerkeraad als bestuur der gemeente beter in te schakelen. Toch blijft de arbeid hier nog sterk het karakter houden van pionierswerk.

Het ressort waaruit voor dit deel van het werk de minst verblijdende berichten komen, is de Doesoen (zendeling Smit). Terwijl in Serdang geen moeilijkheden met de Maleische hoofden zijn voorgekomen, dwarsboomt de Mohammedaansche Zelfbestuurder van de Doesoen het werk wel. Bovendien heeft de Assistent-Resident er geen toestemming willen verleenen voor straat-evangelisatie. En toch is bij taaie volharding ook hier nog wel het een en ander bereikt, getuige ook het boven bij de cijfers gezegde.

Over het geheele terrein nam het aantal Avondmaalgangers toe, hetgeen ook een teeken is van versterkt geestelijk leven en verhoogd gemeentelijk besef.

In de opleiding der evangelisten te Raja werd na het eind van dit verslagjaar het tweede studiejaar voltooid. De heer