kerk door Johannes Knijff, bisschop van Groningen en vicaris-generaal van den aartsbisschop, aan St. Salvator was toegewijd.
Zooals wij hiervóór zagen, hadden de geërfden met den Landkommandeur van het Duitsche huis te Utrecht een overeenkomst gesloten, waarbij hem in den vorm eener jaarlijksche recognitie een vergoeding werd toegekend voor de vermindering van het kerspel Renen. Een dergelijke schikking werd in 1559 ook met den pastoor van Ede getroffen.
Ziedaar in hoofdtrekken de geschiedenis van de wording en vestiging der parochie Veenendaal. De hierachter afgedrukte bescheiden uit het archief van het Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen mogen het gezegde nader toelichten en staven.
Als toegift laat ik er ten slotte nog op volgen een inventaris van het in de kerk aanwezige zilverwerk, dat in 1579 op last der Veenraden is te gelde gemaakt.
dr. j. de HULLU.
Koning Filips II geeft aan de geërfden van Vecnendnal verlof om eenige »onvrijc” venen m de Grift te brengen, ten einde met de daarvoor te betalen gcldeio den boim der aldaar op te kerk te bekostigen, vereenigt een van de prebenden van het voormalige kapittel ter Horst met het pastoraat, en behoudt aan zich de collatie.
1558, Maart 81.
Phylips bider gratiën Gods coninck van Castillien enz. doen te wetene, dat wij ontfanghen hebben die ootmoedige supplicatie van de gecommitteerde