»Kuisers i) ind siner frinden zielen.” Geschied onder het zegel 2) van Bernt Meyerinck, stadhouder des schouten van Zutphen, op Dinsdag na Sint Andries des gemelden jaars.

Met Sint Jan des jaars 1574 was heer Johan Holsten ter zielen en de Zutphenaar Willem Kuyser, blijkbaar een verwant van »zalige Berndt Kuiser” voornoemd, die thans als ver gever der vicarie optrad, droeg op 26 Juni van laatstgemeld jaar aan den aartsdiaken der kerk van Deventer tot nieuwen vicaris voor den eerzamen klerk Gerard Bruinsfelt. Deze werd tot dat einde in de kerk van Wichmond afgekondigd op en na den feestdag van Sint Peter en Paul, doch heer Goossen van Daellen, toen Wichmonds pastoor moest getuigen, dat bezwaar tegen de vergeving was ingebracht door de wed. van Joannes Voorthuyzen 4) met hare kinderen. (Bijlage VI.) Dit bezwaar moet deugdelijk zijn gebleken, wijl Deventers aartsdiaken vervolgens heeft geboekt, dat tot de vergeving dezer vicarie zoowel de wed. J. Voorthusen was gerechtigd als gemelde Willem Kuyser.

Niet lang daarna kwamen de mannen der »Christe-

1) Een Bemdt Kueser vonden we in 1541 en 1543 gezeten in de schepenbank te Ziitphen.

2) In ’t schild voerde B. Meyerinck een ankerhuis, zooals ook de heeren van Vierakker doen.

2) Oorspronk perkement, nog voorhanden in ’t archief der havezate Medler.

Een Jan van Voorthuisen Gerritszoon zat jaren lang in de schepenbank of een raadszetel te Zutphen, waar we hem in 1571 nog gezeten vonden. Een stadgenoot, allicht ook verwant van dezen, was Johan van Voorthuysen, sinds 1560 proost te Deventer, over wiens »groote geleertheit en bequaemheit” gewaagd wordt in Dumbar’s Kerkel. en Wereldl. Deventer, I bl. 330.

’) Hattink, Acta Visitat. Dioecesis Daventriensis, bl. 48.