Wiehmond en Vierakker.

Een wijle voordat de H. Liudger als apostel der Saksen optrad, bevond hij, op 9 October 794, zich te Brummen in de Frankische gouw Felua. Daar vervoegde zich bij hem de gouwgraaf Wrachar Brunharsz., die met instemming van zijn zoon Meginhard aan den Heilige ten geschenke gaf zijn grondbezit, ginds over den IJssel in het naburige Wiehmond gelegen. Het landhuis aldaar behield de schenker voor zich; maar het geschonkene bestond eensdeels uit de gronden door den hoorigen LanduF bewerkt, anderdeels uit den akker, voorheen door den vrijen Hildiger in leen gehouden, en dit al met toebehoorige bosschen, beemden, weiden, wegen, weteringen en visscherijen. De schenking, om wille van het hooger loon geschied, werd bestemd ten bate van Gods kerk voor immer, l) Naar allen schijn heeft graaf Wrachar den arbeid van den man Gods naar zijne gouw willen lokken: zijne schenking heeft dan aanleiiiing gegeven tot het stichten van ’t eerste heihgdom in de IJsselgouw, vanwaar het Kristendom zich hier in het ronde heeft uitgebreid.

In den zomer van 797 was de Godsgezant weer herwaarts gekomen, misschien om een deel der H. Relieken van den Goddelijken Verlosser 2) onz„ welke in zijn bezit waren, hier ten kerkschat neer te leggen en het

b Sloet, Oorkondenb. van Gelre en Zutphen, no 15; zie verder nog no 17, 18, 19, 22, 23.

2) Wellicht van diens kleediug of lijkwade.