Van die kapel wordt naderhand niet meer gerept. Het plan is misschien in duigen gevallen of de bouw later verwoest. Hoe ’t zij: een maag van Jo’' Evert bracht in 1429 een milde vergoeding. Het was Evert van der Oye, uit het geslacht der heeren van Wilp, die toen in gemelde kerk de St Antonis-vicarie stichtte, welke ten einde toe bleef bestaan. In de volvoering vanj dit vrome werk werd hij door zijne gade Margarete van Laer, die na haars mans dood hertrouwde met Wessel (Geldersche Volks-almanak, 1872, bl. 4 en 9.)
Vermoedelijk was toen reeds pastoerste Wilpe heer Diederik Cock, dien H. F. van Heussen in “1431 hier als zoodanig aan trof. (Histor. Episcopatus Daventr., bl. 62.)
Op 29 September. 1485 ontmoeten we heer Gerrit van Randen als pastoor te Wilpe, misschien een oomzegger van Mr Gherit van Randen, raad, vicarisgeneraal enz. van_bisschop Roelof van Diepholt. De pastoor stond op dien dag als getuige, toen Johan van den Goy, klerk van ’t bisdom Utrecht, bezit nam van St Antonis-vicarie in de kerk te Wilp. (Register... archief v. Overijss. VI 430—i.)
Straks doemde Luther op en bracht de «gezegende” Hervorming. Hem volgen de Wederdoopers, die zijne leer wat kloek opvatten. Hun toeleg is, ons vaderland om te scheppen tot een paradijs, dat Adam en Eva weer ziet rondwandelen in het kleed der reine onschuld. Benschop, Amsterdam, Deventer, nu ja, weten genoeg daarvan. Ook Wilpe mocht mede eens proeven van de paradijs-vrucht. Oude gewijsden zeggen ons, dat op Hemelvaarts-avond des jaars 1542 te Deventer voor de hooge banke stond zekere Roeloff Morveldinck, die beleed herdoopt te zijn, «haldende die