Over de kerk van Wilp op de Veluwe.

De eerste kerk aldaar dagteekent van het jaar 768 ongeveer, toen Sint Lebuin zijne prediking in de IJsselstreek begon. Altfried, Munsters derde bisschop, bericht hierover, dat de H. Gregorius, die het bisdom van Utrecht toen bestuurde, den vromen priester Liefwin, onlangs uit Engeland herwaarts gekomen, onder geleide van den H. Marcellinus ter prediking zond naar de oevers van den IJssel, aan de grenzen der Saxen en Franken in het bisdom van Utrecht gelegen. »Susceptus ergo (dus luidt het verder) pres»byter Liafwinus a matrona quadam Avarhilda »nomine ceterisque fidelibus, seminabat documenta »salutis et rigabat prata mentium. Fecerunt autem ei »oratorium in occidentali parte prefati fluminis in loco, »qui Huilpal) vocatur. Post hec etiam edificaverunt »ei ecclesiam in littore orientali ejusdem fluminis in »loco, cujus vocabulum est Daventre.” (Sleet Oor»kondenb. van Gelre en Zutphen, bl. ii).

Laatstgenoemde kerk, schoon meermaals verwoest, groeide telkens op nieuw en heerlijker op; doch het godshuis te Wilp, een hout-bouw voorzeker, door de Noormannen verwoest, is vermoedelijk geheel te niet gegaan; eerst later moet het weer ten leven zijn opge-

1) Bij eene uitspraak, die naar het Engelsch zweemt, verkrijgt u: Wilpe.