C o P I B.

G. lek StefFen van Rossem, als man ende mombaar mijner huysfrouwen Jonffrouwe Isabelle Piecx, genampt van Rossem, doen kondt ende bekenne enen lederen, den dese getoont sall vrarden, dat alsoe die vicarie in der parochiekercke van Beesdt gefundeert opten H,-Oruisaltaer, nuw durcb doetlicken afiganck beren Jelis die Groot, als ]esle(n) bezitter derselver, ledicli is geworden, welcke presentatie ende provisie der voors. vicarie mijn voorn, huisfrouwe uuyt cracht van zeekere belenunge des Hoegen Huyse toe Beesdt toebehoert ende buer duer het overliden van bueren broeder Claes Pieck aanbesterven ys; soe bekenne ick dieselve vicarie geconfereerdt ende gegeven te hebben, conferire ende geve myts desen pure et simpliciter propter Deum heer Aelhert Hoeffsmit, myt allen vruchten, renthen ende incommen van dien, versueckende ende begerende daarom aan allen dengheneu, den ’t selve mach aangaan, den voorn, heer Albert Hoeffsmit daarin te institueren ende in de possessie ende besidt derselver myt allen vruchten ende incommen ende profyten te stellen ende te doen stellen, myts doende ’t gene dienthalven te doen staat, ’t Welck tegens enen ideren, den sulx aangaan mach, te verschulden ick bereidt ende willich byn.

Des t’ oerkonde heb ick dese beteykent myt mijnen naem ende mijnen aangeboren segell hieronder aengehangen, desen XXIII™ Aprilis anno XV® een ende tnegentich na den alden schrijven.

Ende was onderteykent: Steven van Rossem; ende was besegelt myt een uythangende segell in roeden was.

c o P I B.

H. Rem alsoe noch tusschen partijen vorder questie