«J

Nu „Utrecht in Woord en Beeld” een nummer aan de stad Utrecht heeft gewijd, behoort daar ook bij een beschrijving van de oude Domstad, al zal ’t dan ter wille van onze plaatsruimte, een beschrijving in vogelvlucht moeten zijn. In vogelvlucht; ja, dat is thans mogelijk, wanneer wij, gezeten in den metalen luchtvogel, in het gonzend en ronkend vliegtuig, op elke gewilde hoogte over ons modem Utrecht kunnen heenscheren. Het Utrecht van heden, met zijn zeer uitgestrekte buitenwijkten, die als nieuwe steden tegen de oude stad aanliggen, en met zijn oude binnenstad zelf, sprekend van een grijs verleden. Utrecht in vogelvlucht; dan zien wij méér dan wat eens tusschen wallen en poorten besloten lag, maar waar wij nu toch iets van willen vertellen in ons extra-nummer. Wat lag ze daar rustig, te midden van heerlij'ke landouwen, die ommuurde stad, die haar ouderdom bij eeuwen tellen kon! Machtig door wie haar regeerden, gevreesd en ontzien door haar vijanden, zóó lag daar het oude Trajectum. En wie heti naderde, deed het met eerbied en ontzag voor 'zijn oudheid. Daar dreigden de vier sterke stadspoorten naar buiten: de Weerdpoort in het noorden, de Wittevrouwenpoort in het Zuiden en de Catharijnepoort in het westen. Daar zag men ook de hooge grauiwe walmuren, die de oude stad beschermen moesten, sedert het jaar 1537 met de vier steenen bolwerken Zonnenburg, Manenburg, Sterrenburg en de Morgenster versterkt. En boven die walmuren verhieven zich de oude grimmige waltorens, sterke burchten ieder op zich zelf, waarvan de verdediging aan de gewapende gilden was toevertrouwd. Een aaneengeschakelde reeks van die torens trof men langs den noorderwal tusschen de Weerdpoort en de Wittevrouwenpoort aan, omdat de noordzijde der stad immer de meest bedreigde is geweest. Ze droegen de namen van dieren, die oude torens; men trof er L de Leeuw, de 'Vos, de Beer, de Wolf en de Hond in opvolgende reeks aan, te midden waarvan de robuste Plompetoren oprees, een hoog' vierkant steenen gevaarte, dat later tot stadsgevangenis diende en dat zelfs een af te sluiten waterpoort bezat. Bij den toren de Wolf lag een aarden bolwerk, Wolvenburg geheeten, op welks gronden nu de strafgevangenis is gebouwd. Behalve die waltorens en steenen bolwerken, werden tusschen 1577 en 1679 door Prins Willem van Oranje nog vijf aarden 'bolwerken om de stad aangelegd, het Bagijnebolwerk en het reeds genoemde Wolvenburg in het noorden, I.iKasbolwerk en Lepelenburg in het oosten, en het bolwerk van Sint Marie in het westen, waardoor de stad een voor dien tijd een bijna onneembare sterkte kreeg. Aan het einde van de Nieuwegracht stond de sterke Servaastoren, ook met een waterpoort, die de gracht afsloot. De oude Tolsteegpoort, de vroe• gere Tolpoort der Bomeinen, waar cijns geheven werd van de schepen die den Bijn kwamen opvaren en waar later de machtige Bisschop van Utrecht zijn belastingen van ingevoerde koopwaren heffen liet, werd gesteund en beschermd door den hoogen Bijlhouwerstoren, die reeds in de 17e eeuw in n ii mimolen veranderd werd.

De uitgang van den Rijn, in hei westen der stad, werd bewaakt door den Paardentoren aan het Paardtenveld, en sedert 1528 verhief het door Keizer Karei V gebouwde kasteel Vredenburg zijn tinnen en torens naast de Catharijnepoort. Het oude Utrecht was, van buiten gezien, een onneembare stad. Maar even bruut en krijgshaftig zijn uiterlijk aanzien was, even vredig en schoon was het binnen zijn wallen, waar de oude

Rijnstroom, later voor een deel de Oudegracbt gebeeten, bet stadsgebied als in twee helften kliefde, bet oostelijk deel, waar zich de machtige kerken en vele geestelijke stichtingen bevonden, ieder met bun eigen afgepaald gebied; en bet westelijk deel, waar zich reeds vroeg de handel bad gevestigd en waar zich later dan ook grootendeels de kern van bedrijf en nering ontwikkelen ging.

Reeds in de 10e eeuw was hier de eerste christenkapel in de Nederlanden door den Frankischen Koning Dagobert gebouwd; en toen later Willebrord uit Engeland overkwam en als Bisscbop der Friezen optrad, vestigde bij zich onder de muren van de Frankische Koningsburcbt, in bet oude Trecbt, dat de oorsprong van Utrecht werd. Daar bouwde bij zijn eerste kerk, aan Sint Maarten gewijd, UtrecbVs eersten Dom, die in de Jle eeufw door een Romaanscben Dom van Bisscbop Adelbold en in 1254 door den Gothiscben Dom van Bisscbop Hendrik van Vianden opgevolgd werd. Rond dien scboonen Dom ringden

zich de Kapittelkerken van Sint Salvator, Sint Pieter, Sint Jan en Sint Marie, in verschillende bouwstijlen door verscheiden bisschoppen opgericht, en daarbuiten lagen in het oosten der stad de vele kloosters en abdijten, die het oude Utrecht maakten tot een bij uitstek geestelijke stad, een stad, wier kerk- en kloostertorens reeds van verre zichtbaar waren en boven welke allen zich majestueus verhief onzen schoonen Gothischen Domtoren, in 1321 begonnen onder den bouwmeester Jan van den Doem en in 1382 voltooid; het schoone sieraad, nu bijna geheel in vorigen luister hersteld, dat nog immer de trots van heel Utrecht, ja van gansch Nederland is.. Met aan zijn voet het machtige Bisschopshof, het paleis der Utrechische Bisschoppen, van waaruit zij hun oorlogsverklaringen aan vorsten en machthebbers uitzonden, en hun uitgestrekt gebied dikwijls met ijzeren hand regeerden.

In het westelijk deel der stad, daar bloeiden de neringen en bedrijven der oude gilden, in hun s<mrt even machtig als de hooge Kerkprelaat, en die hun macht in het stadsbestuur dan ook geducht wisten te doen gelden.

Het oude Schoonhuis, aan de groote Stadsplaats gelegen, was van ouds den zetel van de regeering der stad en eerst in de 15e eeuw werd die zetel verlegd naar de versterkte huizen Hazeniberg en Lichtenberg, ook aan de Stadsplaats gelegen, die sedert het Utrechtsche Stadhuis gebleven zijn, totdat ze in '1829 werden afgebroken en vervangen door het tegenwoordige stadhuis, dat in zijn uiterlijk geen enkele herinnering aan het groot verleden der stad bewaart. Langs de Oudegracht vond men ook de groote

stamhuizen der oude Utrechtsche patriciërs, kasteelen en burchten op zich zelf, waarvan alleen het bekende Huis Oudflen nog gedeeltelijk het type bewaart, maar waarvan verreweg het meerendeel in den loop der eeuwen zijn omgetooverd in de schoone winkelpaleizen, die nu langs onze Oudegracht de aandacht van stadgenoot en vreemdeling trekken. Waar de burgerij leefde en werkte, daar trof men ook de wel zeer oude, maar toch meer bescheiden parochiekerken aan, de kerken van Sint Jacob, Sint Geerte, Sint Nicolaas en de groote Ruiirkerk, die meer dan de andere, de volkskerk bij uitnemendheid was. Met haar meer of minder fraaie torens sieren zij nog het stadsbeeld en vooral doen dit de Ruurtoren, de oude waaktoren der stad, door zijn eigenaardigen onvoltooiden bouwvorm en de toren van de St. Nicolaaskerk, door zijn liefelijk klokkenspel, dat wij aan de kunstvaardige hand der wereldberoemde klokkengieters Gebr. Hemony te danken hebben, en dat nog altijd zijn melodieus geluid over het zui-

delijk deel der stad doet klinken.

Onze mooie typische stadsgrachten, de Oudegracht en de Nieuwegracht, met haar eigenaardige grachtwerven, die als dubbelstraten eenig zijn in den lande; met haar fraai gewelfde oude steenen boogbruggen en haar rijke boomenschat langs de oevers, die nu juist weer in eersten lentedos het Utrecht van heden maken tot een bekoorlijke tuinstad; en ook de meer deftige en stille Kromme Nieuwegracht (met het schoone Paushuize), de Drift en de Plompetorengracht dragen het hare er toe bij om van Utrecht te maken een eigenaardige, mooie, oude stad.

Waar eens de grauwe, bouwvallige wallen brutaal naar buiten dreigden, waar poorten en waltorens hun tinnen verhieven en als in steenen gordel de oude binnenstad omknelden, daar liggen nu de heerlijk schoone plantsoenen en parken, die bij de ontmanteling der stad in het midden der vorige eeuw zijn aangelegd en waarbij van die hooge wallen dikwijls een dankbaar en goed gebruik werd gemaakt, door den aanleg van heuvelpartijen, die nog het sieraad onzer plantsoenen uitmaken.

Hier en daar treft men nog een brokstuk van den ouden walmuur, een verlaten bolwerk of een steenen torenvoet als overblijfselen uit een grijs verleden aan, eten verleden, dat geen onzer zou terugverlangen, wanneer men ziet welk een ontwikkeling het Utrecht van heden door zijn ontmanteling gekregen heeft en hoe de oude stoel der machtige bisschoppen, eens tusschen muren beklemd, sedert is uitgegroeid tot een handelsen industriestad, die de vierde des rijks gewor- Ut!ÏÏ ie*

Oud-Utrecht, ja, wij vinden hei indrukwekkend mooi, zoolang wij het in beeld beschouwen mogen, maar wij verlangen er toch niet meer naar terug, sedert het moderne verkeersleven in onze zich nog steeds verjongende en uitbreidende stad, ons de gemakken en geneuchten van het moderne Utrecht heeft doen genieten en leeren op prijs steilten.

De gebouwen van de Rijksmunt aan de Leidscheweg Ie Utrecht.

Oud-Utrecht moge ons schoon zijn, in woord en beeld, als herinnering aan een eerbiedwaardig oud en roemvol verleden. Wij kunnen waardeering en bewondering hebben voor de weinige monumenten der oudheid, die bet ons behouden heeft. In bet nieuw Utrecht van beden te mogen leven en werken, beeft evenwel ook zijn bekoring, al behoeft men daarom niet ongevoelig te zijn voor het schoon, dat uit bet oude Utrecht der grijsheid nog tot ons spreekt. C. W. WAGENAAR

EEN STAALTJE VAN ENERGIE 1 EN ORGANISATIE I

■ j De Houthandel van Theod. J. van der Ham aan de Rembrandtlaan te Bilthoven, die na slechts ruim vier • jaar geleden te zijn opgericht, zich tot een der belangrijkste zaken in onze Provincie ontwikkelt. Hiernaast ziet men de voorzijde, op 't oogenblik, dat de houtwaren de werf verlaten. . _ £

Foto hiernaast: Deze afbeelding van de achterzijde van den houthandel geeft weer, op welke wijze de aanvoer plaats heeft. Hier worden ook de wagons geladen, die het hout bij groote hoeveelheid over de meer afgelegen Provincies verspreiden. Men ziet tevens welk een omvang het loodsen-complex reeds genomen heeft. V

N.v. Joh. Schoonhoven Vreeburg (hoek Viestraat) UTRECHT COMPLETE Woninginrichting 38 Modelkamers (Lift) Franco levering door het geheele land

Utrechfs specialiteit V. Angeren‘s WETTIG GEDEPONEERD. Jaar beursjes (gevuld met vloeibare crème) A. V. ANGEREN LEIDSCHEWEG 4 TELEFOON .10994 Banketbakkerij • Chocolaterie • Lunchroom • Restaurant