Specials maten voor ZyA/are Grooie-en Korte Dikke figuren KILEE0IIIN!<g 7lcdujufiUffl> PEEK&CLOPPEHBURG
Sïiemm Vitechi
Evenals in elke andere stad van beteekenis kwam voor Utrecht in de laatste oorlogsjaren, en onmiddellijk na den vrede, de noodzakelijkheid sterk naar voren, om woningen bij te bouwen. In den oorlogstijd had de particuliere woningbouw uit den aard der zaak stil gestaan, niettegenstaande de bevolkingsaanwas zijn geregelden loop had genomen, en onze stad haar bevolking bovendien nog op kunstmatige wijze had zien toenaitien door het Vestigen hier ter stede van belangrijke administraties, zoo bijvoorbeeld van de Spoorwegen, die een groot aantal Amsterdamsche ambtenaren naar Utrecht overplaatsten. Geen wonder dus, dat zich in de jaren 1918 en latere een nijpende woningnood manifesteerde, die alleen kon worden tegengegaan door de volkswoningbouw op energieke wijze aan te pakken. Zoo is Nieuw-Utrecht ontstaan. Op den voet van de Woningwet ontstonden tal van Woningbouwvereenigingen, die grond van de Gemeente in erfpacht kregen, en geld om te bouwen, en overal nieuwe wijken deden verrijzen, welke een sieraad voor Utrecht zijn geworden. Door de eigenaardige ligging van onze stad, aan den oostkant omkneld door een fortengordel, welke geen millimeter ruimte laat, kon de uitbreiding alleen geschieden naar het Noorden en het Westen. Daar zijn dan verrezen de belangrijke — zoowel wat architectuur als wat oppervlakte be-
treft Ondiepwijk, den laatsten tijd zoo sterk uitgedijd, dat zij de grenzen der gemeente heeft overschreden, en beslag heeft gelegd op een .deel van Zuilen, en de Rivierenwijk in het Zuid-Westen. Oog en Al in het Westen, terwijl aan den Oostkant de gronden vlak achter het Wilhelminapark ook nog het aanzien gaven aan een modern opgevatten woningbouw (veel flats), die een sieraad is voor Utrecht.
'De uitbreiding ging zeer snel. De Gemeente zelf gaf het voorbeeld, door in den uitersten Zuidpunt der stad een complex woningen neer te zetten, dat niet zoozeer uitmunt door architectuur dan wel door royalen opzet, waardoor zij een schitterende woonruimte bieden. In deze Zuidelijke buurt is wel het fraaiste complex dat van den Christelijken Besturenbond, aardige, frissche huizen, met een geestige gevelteekening en voortuintjes, die aan deze woningblokken een sympathiek karakter geven. Ook in het Ondiep heeft de Gemeente zelf tal van woningen gebouwd; dat zijn de straten, die de namen dragen van allerlei bloemen en vruchten. Het moet toch een genot zijn, om te wonen in de Aardbeistraat, of in de Meloenstraat! Aan dezen gemeentelijken woningbouiv is voor altijd de naam verbonden van den toenmaligen wethouder van Openbare Werken, den hoer G. C. 3. van Dijk, die met onverzettelijke wilskracht *en energie een belangrijk aandeel heeft gehad in den groei van Nieuw-Utrecht.
utrecht groeide sterk, heel sterk. De bouwvereenigingen zaten ook niet stil, het eene blok na het andere verrees, en daartusschen kwam de gemeente weer met gebouwen voor den openbaren dienst, voornamelijk scholen, die in deze nieuwe wijken natuurlijk onmisbaar waren. In den loop der jaren heeft de dienst van Gemeentewerken heel wat moderne schoolgebouwen neergezet. Ik denk bijvoorbeeld aan de school op het Maasplein die een schitterende afsluiting van het plein is geworden; ik denk ook aan de school op het Waalplein, en aan de scholen, die in het Ondiep zijn gebouwd. Zij zijn elk voor zich staaltjes van moderne stedenbouwkunde, waardoor Utrecht een eerste plaats inneemt in de rijen van de groeiende Nederlandsche steden. Ook in het Noordoosten kwam een aardig woningwijk:
De entree van Utrecht langs de Leidscheweg maakt al dadelijk een groote-stads indruk
De moderne school aan het Maasplein.
„Tuinwijk”, dat een groote ambtenarenbevolking herbergt.
Langzamerhand begon de gemeentebenioeiing met den bouw te verminderèn. De grootste woningnood was voorbij, en langzamerhand trad de particuliere boüw meer op den voorgrond, zij het dan met gemeentelijke hypotheek gesteund. Een van de bekendste bouwondernemingen is die der firma Bredero, welke een groot deel van de Rivierenwijk (Rijnlaan) bebouwde, en kleur en aanzien gaf aan de Marnixlaan in het Ondiep. Het groeiende Utrecht was niet meer te houden. En als een expansie-drang aan den eenen kant wordt tegengehouden, vliegt zij aan den anderen kant over de schreef; de stoom, die zich in een ketel met kokend water ontwikkeld, licht den deksel op, omdat hij nergens anders heen kan. Zoo ook. met Utrecht, dat over zijn eigen grenzen heengroeide, en toeslag legde op een deel van Zuilen. Het feit, dat een stuk van Utrecht gebouwd staat op Zuilensch grondgebied, heeft aan-
leiding gegeven tot allerlei eigenaardige toestanden, die ongeveer eenig zijn in Nederland, en die alleen opgelost kunnen worden door samenvoeging van dat deel van Zuilen bij Utrecht. Voorloopig zal daarvan echter nog wel niets komen. Niet alleen in de buitenwijken manifesteert zich de groei van onze goede stad. Ook binnen de Singels is onze stad niet meer het Utrecht van vroeger. Het steeds drukker wordende verkeer eischte meer ruimte dan onze oude straten en bruggen konden geven, en zoo' ging er de laatste jaren heel wat tegen den grond. De oude Tolsteegbrug, die „vol” \Cas als twee trams elkaar op de brug passeerden, moest plaats maken voor een nieuwe, breede brug, die hier een magnifieke toegang tot de stad is geworden. En vlak daarbij zal eerstdaags een monumentaal gebouw verrijzen, een nieuvye afdeelingspost van de politie. Moet ik wijzen op het geheel andere aspect, dat het Vreeburg heeft gekregen door den Jaarbeursbouw, waarvan binnenkort een uitbreiding te wachten is (laat men dan ook meteen alle houten gebouwtjes eens opruimen, die het plein nu nog ontsieren!); moet ik wijzen op den eenen kant van de Potterstraat, welke door haar verdwijning den massalen postkantoorbouw aan de Neude pas zoo doet uitkomen als het behoort. Moet ik wijzen op de Catharijnebrug, aan welke een zusje is gegeven, dat er zijn mag. Al deze feiten wijzen erop, dat zich in Utrecht een proces voltrekt, waarvan het eind nog lang niet is te zien. De stad bouwt nieuwe marktterreinen aan de Groeselaan, een reusachtig groot complex, waarop vereenigd zullen worden de groenten- en vruchtenveiling en de veemadkt. In het volgende jaar zal dit grootsche werk gereed zijn, en zal de veemarkt van het Vreeburg verdwijnen.
Er staat nog heel wat op het lijstje, dat in den komenden tijd zal moeten worden uitgevoerd: een nieuw hoofdbureau van politie, een nieuw gymnasium, een nieuwe schouwburg, en nog veel meer. Het is te hopen, dat in Utrecht voldoende energie en voortvarendheid zal blijken te bestaan, om Nieuw-Utrecht te laten groeien in de richting waarin het zich ontwikkelt, en dat de stadsbestuurderen een helderen kijk zullen hebben op de zoo belangrijke vraag, wat Utrecht noodig heeft, om inderdaad te worden het centrum van het land. De centrale ligging van de stad biedt ruime perspectieven. Dat men die niet voorbij zie!
op bun tournée door ons land hebben de buitenlandsche joumaliaten ook kennis kunnen maken met Utrecht. De grachten werden bevaren, de cathedraal bezocht, waarbij de Dom'Organist het Wilhelmus deed weerklinken. Ook de bmstreken werden bezocht. Hierboven het gezelschap na aankomst op het bordes van het Centr. Station.
Dok het schoolgebouw aan de Marnixlaan vormt een compliment voor den modernen bouw!