Het zou zijnen hoorders veel genoegen doen, wanneer ZEG. hun een vergeefsche wandeling naar de L. Nieuwstraat bespaarde, zoo dikwijls de een of andere omstandigheid hem verhindert college te geven. Wel wordt dit aangeplakt aan het Academiegebouw, maar omdat velen geen tijd hebben het daar te lezen, zagen we het ook gaarne bij de collegezaal bekend gemaakt. Velen toch zijn nu somtijds verplicht een geruimen tijd te wachten, onzeker of Professor komen zal of niet. Ten slotte brengen we ZHG. onzen dank voor de bereidwilligheid, waarmede hij in een pnvaat-college de Oedipus Rex van SopJwcles met de litteratoren behandeld heeft.

Met leedwezen hebben we in het Regeiingsverslag de klacht van den Hoogleeraar rovers gelezen over den weinigen ijver dien vooral de jongstudenten in den laatsten tijd aan den dag legden. Het spreekt van zelf dat die klacht alleen betrekking kan hebben op het slecht bezoeken der colleges, niet op den minder goeden uitslag van sommige examina. Deze toch kunnen een maatstaf van kunde zijn, een maatstaf van vlijt nooit. Hoewel we het zeer betreuren dat de lessen van den Hoogleeraar rovers in den laatsten tijd minder bezocht zijn, zoo meonen we dit toch niet zoozeer aan gebrek aan ijver te moeten toescbrijven, dan wel hieraan, dat velen in de wijze van onderwijs zoo gaarne eene kleine wijziging zagen gebracht. Er 'is reeds meermalen op gewezen dat duhieme questies tot in de iijnste bijzonderheden worden behandeld,