De inwoners der voormalige Zaad- en andere straten

Hadden namelijk den raad weten te bepraten

Hun te permitleeren

Aan de studenten eene contra-masqnerade te offreeren.

De raad nam dit, schoon schoorvoetend, aan.

Nadat de Zandtenaars hun hadden doen verstaan.

Dat er al twee en een half jaar over de masquerade heen was gegaan.

Zonder dat men en revanche iets voor de jongelui had gedaan.

Nu! wèl zagen wij ons geduld beloonen

Door ’t geen zich aan ons kwam vertonnen.

Landweer,

Brandweer,

Muntgezellen en sigarenmakers van pelletier.

Alles deed aan den luisterrijken optogt meê !

Maar u mag men wel allerminst vergeten,

O jagers van trekschuiten, op uwe paarden gezeten !

Dat was der moeite waard !

De liefhebbers en kenners van het paard

Zagen er hier van verschillende gedaante en aart:

Het eene erg lui, het andere nog trager.

Hier een mank, daar een gebogcheld paard, en allen even mager;

Terwijl de ruiters hnn rossen wisten te temmen,

En tevens ’t jeneverglas in de hand te klemmen.

Ook waren er ütrechtsche mehjem ah HoUandsche maagden verkleed,

En een sigarenmaker, die als kozak bijzonder voldeed.

Wat aangaat de muziek op den Dom,

Niemand hoorde t, die niet naar boven klom.

Want het publiek was dien avond lang niet stom !

Kortom