VAN UMBUKO STIKUM , VAN HOGENDORP CD V. D. DUIJN VAN MAASDAM,
Rn hoorden van de vreugde toen de wachter op Scheveling’s duin WILLEM I vernam,
Die ditmaal, ook zonder visscherspink , niet tot ons overkwam.
Schreeuwde ieder regtgeaard vaderlander, zoo hard hij maar kon:
Weg met napoleon!
AI was het ook in tegenwoordigheid van den graai' van meudon.
Er werden ook in alle steden illuminaties aan- en speeches en vuurwerk afgestoken.
En veel over Oranje en Neerland gesproken.
Terwijl de statistiek ons heeft geleerd.
Dat er nooit meer jenever, dan toen, is geconsumeerd.
Zelfs menig afschaffer liep niet meew zoo regt als een kaars;
Maar dronk, ter eere van Oranje, zich een stuk in zijn laars.
Dat er mitsgaders in den Haag voor een monument
Een eerste steen is gelegd door den Koning is overbekend;
Evenwel de geleerden zijn het er nog niet over eens
Water gedaan is met de geldelijke opbrengst des «Eersten Steen’s.”
Toen dan 17 November was in bet land
Ging ons corps, terwijl elk het Oranjelint sierde.
Door Utrecht’s straten, waarin het gepeupel tierde.
Terwijl vaandels, banieren en muziekanten ons gezelschap hielden,
En veleUtrechtsehe schooneu voor de geopende vensters neêrknielden,
En ieder besloot: bij zulk een optogt kan je
Toch het best zien het verschil van vNeêrland” en «Oranje”.
Eindelijk waren we in de zaal naast de comedie gearriveerd.
En werden daar op muziek en, wie wou betalen, op een dine' getracteerd.
Daarna gingen velen uit rijden.
Om hunne aandacht aan de stad in feestdoseh te wijden,