’fc is geeu Schwarza-dal, waar ineii biunentreedt. Zij roepen ii tot vrije zamensprekingeii, maar eerst, zult gij plegtig met uwe handteekeuing verklaren, dat gij u vi’ijwillig in boeijen legt. Keeds menigeen viel in de gespannen strikken. Schrik niet wanneer gij, de deftige rijen langs gaande, onder die ongelukkige slagtolfers bekenden ziet, die gij hier nimmer verwacht zoiidt hebben. Vraag niet, waarom of hoe zij hier kwamen, zij zijn er, ziet ge, drie van de leden van Aleph, die wij feestvierende zagen en de man van den toast, palook, aan hun hoofd. De vergadering gaat ons niet aan, de bedoelingen harer leden raken ons niet, maar ter wille van den toast, dien wij hoorden en van de vertrouwelijke gesprekken over de toekomst, waarnaar wij hebben geluisterd, moeten wij slechts enkele feiten herinneren, door PALOOK hier in het openbaar gepleegd.
Als vreesde men voor de waarheid der bewerin<r. O * in een toast op het internationaal congres te Amsterdam tot beschaming van den Moniteur geuit, dat JMederland conservatief is, conservatief nl. in het behouden der vrijheid; als wilde men bij voorbaat deze stelling leugenachtig noemen, werden door de profetische leden der vergadering blikken vol jaloerschheid geworpen naar Parijs. Daar in de keizersstad heerscht vrijheid, maar een vrijheid die als alle willekeur slechts in de handen van ééne partij kan zijn. „Degeerlijke vrijheid, heerlijk kleinuood, waarnaar wij