» En, ’ viel de heer S. hierop in, »de jongelui kunnen, »ziende op de antecedenten” (dit doelde voorzeker op de contrapartijen na de masquerades van 1841 en 1851) »en vernemende al wat er zoo over gesproken is, wel met »eenige waarscliijnlijklieid een feest verwachten, en de • burgerij zou, als ik het zoo eens mag uitdrukken, een » mal figuur maken , zoo de partij geen plaats vond, vooral »nu onder de studenten, dit weet ik met zekerheid, reeds »het gerucht is verspreid , dat er eene contrapartij zal I plaats hebben.”

B Zoude ik u eens een oogenblik afzonderlijk mogen B spreken?” hoorde ik kort na dit gesprek den heer E. aan den ouden doctor vragen.

sik luister,” was het antwoord.

Ook al was ik niet nieuwsgierig geweest, wat de heer E. deu knorrigen doctor mogt te zeggen hebben, dan nog zou ik alles gehoord hebben wat er gesproken werd, daar beide heeren in het vuur van hun gesprek, hunne stem zeer verhieven.

B Mag ik eens raden doctor, wat n zoo ongunstig 'over sde jongelui doet denken? Is het niet,” vervolgde de heer E., b omdat die zaak met het concert van het stu-B denten-corps u nog versch in het geheugen ligt?”

De doctor geleek na deze vraag, om het zoo eens uit te drukken, een gastronoom, die zich aan een diner dapper te goed gedaan hebbende te huis komt, voelt dat hij toch eigentlijk te veel gebruikt heeft, en nu met