EENE BELANGRIJKE DISCUSSIE.

.Wel, wel, mijne heeren! zoude het nu toch eindelijk .waar zijn, dat er eene lijst circuleert, ter inteekening op . eene contrapartij aan de studenten?”

Deze vraag hoorde ik in een der sociëteiten in onze oude bisschopsstad door een oud heer met een innemend waardig voorkomen, rigten aan een tweetal heeren, die, zoo even binnen getreden, een praatje maakten, terwijl zij hunne jassen aan den knecht overgaven.

I) Van verschillende kanten is mij dit reeds ter oore ge. komen” vervolgde de heer B. »en ik vind dit regt goed. .De jongelui bewijzen ons zoo vele beleefdheden, maken . zoo vele kosten en rigten hunne feesten en concerten zoo .genoegelijk in, dat de burgerij waarachtig wel eens . mag toonen dat zij dit weet te waardeeren, dat zij er . hoogen prijs op stelt, en dat het niet alleen tot haar get noegen, maar ook in haar belang is dat de jongelui .het hier in Utrecht goed hebben.”

Terwijl de Heer B. sprak, was ik in de gelegenheid