EEN VLOEK.

Onder de Utreclitsche Studenten leeft een sage voort die vertelt dut de Leidsclie Studentensenaat door dien van Utrecht niet erkend is. Wat de beteekenis van dat niet-erkend-zijn is, hebben wij nooit kunnen vatten. Kwam een student van Leiden naar Utrecht, om er feest te vieren of examen te doen, hij werd als broeder ontvangen; en wilde hij alle regten van oud-Utreehtsch-student bezitten, de plegtigheid eener eenvoudige doetoratie werd sleehts gevorderd om hem die regten te verzekeren. Oudtijds was dat anders. Wilde een student van een Athenaeum of Academie, waar geen Senaat, of wel een die niet erkend was, bestond, in het Utreehtsche Studentencorps worden opgenomen, hij was verpligt zieh te onderwerpen aan de gewone formaliteiten, waar ieder jong-student aan onderworpen was. Mogelijk is er een tijd geweest dat de Leidsche student iu dit lot deelde. Onder oude brieven in het archief van den Utreehtschen Senaat vonden wij er eenigen die er voor pleiten dat de Leidsche Studentensenaat niet erkend is geweest, en die de redenen voor zoo een nict-erkenning opgeven. We laten ze volgen.