grootte aan, en leggen daarop groote en kleine steenblokken in onregelmatigen stand. Maar, dat leidt niet tot een goed resultaat I Die aardhoopen worden op den duur, onder het gewicht der steenen, te vast, waardoor het water niet spoedig wegzakken kan en te snel wegvloeit; daardoor kan dan ook niet voldoende lucht in den bodem doordringen. Daarenboven zijn de steenen op de hellingen bij sterke regens aan verzakking onderhevig, zoodat de aanleg er onder lijden kan. Men moet dus anders te werk gaan en zorgen dat, om verzakking te voorkomen, althans de hoofdpunten, d.z. de hoogere steenpartijen, gefundeerd worden.

Om een mooie rotspartij te krijgen, moet men eerst daarvoor de plaatsen vaststellen. Dan bouwt men van oude steenen en afbraak, torens (steunpunten) van verschillende hoogte, onderling verbonden door riggels, tot men de lijnen van de toekomstige rotspartij voor zich heeft. Daarop komen dan de bergsteenblokken, die, als zij goed vast liggen niet, als zij steun behoeven wel verbonden moeten worden met cement.

Bij dezen arbeid zorgt men, dat overal gaten van genoegzame grootte open blijven, om er plantjes in te kunnen zetten ; die gaten mogen onderaan niet dicht zijn gemetseld, maar moeten met den ondergrond in onbelemmerde verbinding staan.

Primula farinosa cn Gentiana acaulis

Het spreekt van zelf, dat bij de uitvoering van dit werk alles aankomt op de fantasie en het voorstellingsvermogen van den uitvoerder, om de groep een ongekunsteld, harmonisch aspect te geven.

De soort van steen kan men kiezen naar eigen smaak. Men heeft keuze in graniet, kalksteen, zandsteen, lavasteen, tufsteen, enz. De beide laatste worden meer voor grotwerk gebruikt. Schik de steenen zóó, dat zoo weinig mogelijk van de dure steenblokken in den grond komen te liggen; ondergronds gebruikt men beter afbraak-steenen. Zorg ook, dat de spleten, die men uitspaart voor plantjes, steeds regenwater kunnen opvangen ; dus leg nimmer de steenen zóó overelkaar, dat de spleten overdekt worden. De plantjes zouden het in zulke overdekte spleten niet lang uithouden, bij gebrek aan vol-

doende licht kwijnen en door gebrek aan water verdrogen !

Is de steengroep tot stand gekomen, de cement voldoende hard geworden, dan vult men alle plantgaten, spleten en openingen, die met den onderbodem in verbinding staan, met een goed, voedzaam aardmengsel, bestaande uit gelijke deelen zandigen kleigrond en verteerde bladaarde.

Primula integrifolia,