den, vooral omdat door het ruiteren 'het oogstrisico bij de hooiwinning geringer kan zijn. 3. Met beperking van de hoeveelheid kuil is het probleem echter nog slechts ten dele opgelost. Voor het overblijvende deel zal nu een betere inkuilingsmetihode gevonden moeten worden.

Voor een goed begrip zullen we enkele hoofdmomenten uit de ontwikkeling van het inkuilingsproces vooraf laten gaan. a. Allereerst moet dan genoemd worden het toevoegen van sterke anorganische zuren, zoals dit o.a. bij de A. I. V. -m ethode gebeurt. Bij deze methode worden bacteriële en andere omzettingen grotendeels uitgeschakeld, doordat de pH direct op de gewenste hoogte wordt gebracht. De verliezen aan voederwaarde zijn dan ook minimaal. Bij proeven in Hoorn slaagde men er inde verliezen aan (Verteerbaar eiwitachtige stof en zetmeelwaarde terug te dringen tot respectievelijk 15 en 10 %. Uiteen oogpunt van beperking der verliezen kan deze methode dan ook uitstekend worden ge-

noemd. Desondanks heeft de A.1.V.- methode inde practijk tot op heden geen furore gemaakt. Het werken met sterke zuren is nu eenmaal geen aangename en ongevaarlijke bezigheid voor haastige boeren. Verder wordt door verstrekking van A.1.V.-kuil het zuur-

base evenwicht inde koe in ongunstige richting verschoven. De bijvoedering van geslibd krijt en/of voedermiddelen met een basenoverschot als bieten, waardoor men dit bezwaar kan opheffen, blijkt inde practijk niet altijd even gemakkelijk uitvoerbaar.

Verband "tussen pH en boterzuurgehalte. Niet: machinaal gemengd.

34 3.8 4*2 4.6 54 pH . herfstsilages Fig. l, + voor jaarssilages

3.4 3.8 4£ 4.6 5.- 54 pH . herfstsilages + voorjaarssilages Rg- 2

736