De Duitse zuivelnijverheid op de Landbouwtentoonstelling te Frankfnrt am Main

lEDER jaar organiseert de Deutsche Landwirtschaft Gesellschaft een grote landbouwtentoonstelling, waar onder vele andere ook de producten van zuivelindustrie en -nijverheid aanwezig zijn. Dit jaar was de show in Frankfurt am Main, volgend jaar is Hamburg aan de beurt. Het is nu al weer de gewoonte dat, evenals voor de oorlog, er maanden van "te voren geen inkopen worden gedaan van machines, glaswerk, enz. Er wordt gewacht tot de tentoonstelling, om daar dan het nieuwste op allerlei gebied te kunnen zien en eventueel aan te schaffen, zodat de inrichting van de fabriek zo economisch en modern mogelijk blijft. De bedrijfsleiders van de fabrieken zijn er zo langzamerhand al aan gewend dat het ouderwetse goede materiaal toch altijd weer plaats moet maken voor geheel nieuwe en modern ingerichte machines. Men herinnere zich alleen maar de zegetocht van de centrifuges, de kannenwasmachines, de pasteuriseerapparaten, de nieuwe boterbereidingsmachines systeem Fritz en Alfa, enzovoorts. Als de poorten van de grote D.L.G.-tentoonstelling zich openen, zijnde verwachtingen hoog gespannen en vindt er een ware volksverhuizing plaats: 70.000 bezoekers, 27.000 auto’s zijn voor zichzelf sprekende cijfers. De vele kleine tentoonstellingen van na de oorlog lieten steeds weer zien dat de Duitse zuivelnijverheid zich nog niet had hersteld van de slagen, haar door de oorlog toegebracht. In Frankfort is er echter getoond dat de crisis voorbij is, en dat Duitsland weer een belangrijke plaats inde wereld gaat innemen. * * * Het was een tentoonstelling die de moeite loonde om een verre reis te ondernemen. In 2 grote hallen waren 131 fabrikanten die er hun stands hadden opgetrokken; voor de handel was er geen plaats beschikbaar gesteld.

Naast de vele van ouds bekende firma’s waren er ook vele nieuwe opgekomen om zich met hun producten voor te stellen. Wat er geëxposeerd werd, was van zeer goede kwaliteit. Het mag echter niet verzwegen worden dat er enkele apparaten zoals o.a. de boterverpakkingsmachines voor de zuivelvakman inde practijk veel te ingewikkeld zijn. Ongetwijfeld vormde de nieuwe kaasbereidingsmachine het toppunt van de tentoonstelling. Zij was bedoeld voor het bereiden van Tilsiter en Hollandse kaas. Een opstaande bak voor 5000 liter melk, voorzien vaneen roerinstallatie met messen diende voor de vervaardiging van de kaasbrok (wrongel), die ineen tijd van 20 minuten inde vormen werd gedaan en voorgeperst. Deze arbeid, die normaal 6 mensen eist kan door middel van deze machine door 2 mensen spelenderwijze worden gedaan. Naast 2 Duitse waren er ook nog een Zwitserse boterverpakkingsmachine tentoongesteld. Veel belangstelling trokken de nieuwe karnwerktuigen, vervaardigd uit roestvrij staal, die door

4 fabrikanten in verschillende maten en uitvoeringen geëxposeerd werden. De voordelen van deze machines zouden zijn: absoluut geen corrosie en dergelijke, geen plakken van boter aan de wanden, eenvoudig schoon en steriel te maken, een nauwkeurige bepaling van het watergehalte inde boter. De capaciteit van de machines was resp. 1600-2500-4000-6000 kg. Het is niet onmogelijk dat met het in gebruik nemen van deze machines een nieuwe periode inde boterfabricage zal aanbreken. Aan de machines voor boterbereiding volgens de systemen Fritz en Alfa worden nog steeds verbeteringen aangebracht, hetgeen ook op de tentoonstelling naar voren kwam. * * * Een nieuwe karnemelkhomogenisator gaf bij 100 ato hetzelfde resultaat, dat tot op heden met 200 ato werd bereikt. Bij de nieuwe centrifuges waren zeer zuivere regulatoren aangebracht, die de moeilijke taak van het regelen van het vetgehalte belangrijk verlichten. Bij een platenpasteur was een toestelletje aangebracht, die bij het wegvallen van de stoomverwarming de electrische verwarming inschakelt. Er waren ook nieuwe melkkoelers met bijzonder gevormde aftappers, en een toestel voor het vlugger en intensiever

De hal met de zuivelmachines.