phosphaat achtereenvolgens in afnemende hoeveelheden op dezelfde wijze als dit met de 12 andere met kainiet geschied was. De toediening der meststoffen geschiedde weer half October en de potten werden ook nu weder tot dicht aan den rand buiten ingegraven, om het stukvriezen te voorkomen.
De oogst baarde mij groote teleurstelling ; want nu leverde elk der 24 potten zeer hardkokende erwten. Daar ik de oorzaak hiervan toeschreef aan het niet in oplossing geraakt zijn van het superphosphaat (waarover hieronder meer), besloot ik het volgende jaar (1902) bij herhaling dcrzeltde proef' tevens met mengsels van kainiet en superph. in opgelosteu toestand te werken. Met onopgelosten kunstmest: c Mos. der potten 8 45 6 Gram kainiet 53 10 „ superph. 10 10 10 10 Uitslag hard hard hard hard = 1 _ Mos. der potten 7 8 | 9 10 1 Gram kainiet 10 10 10 10 „ superph. 53 10 Uitslag hard hard hard hard Deze meststoffen werden met opzet slechts één maand vóór het uitzaaien der erwten toegediend. Wat ik verwacht had gebeurde : de erwten waren alle hard inde kook ; het superphosphaat was, zoo dacht me, niet voldoende in oplossing gekomen of althans onwerkzaam gebleven. Wat den invloed betreft der proefpotten, behandeld met een zelfde hoeveelheid kunstmest, doch in opgelosten toestand, dienen de volgende staatjes : Met opgeloste meststoffen : d Mos. der potten 1112 13 14 Gram kainiet 53 10 „ superph. 10 10 10 10 Uitslag goed goed goed goed
89