UITKOMSTEN VAN VILLE’s MEST IN 1877.

daarvan, waartoe uit den aard der zaak de allergunstigste gekozen zouden moeten worden, te zeer den schijn van partijdigheid en voorliefde hebben zou. Daar ’t intusschen niet onbelangrijk is te weten wie het zijn, die de bedoelde getuigenissen afgelegd hebben, temeer, daar daaronder zeer bekende personen voorkomen, zoo meenen wij wel te doen met eenvoudig de namen en woonplaatsen, alsmede, voor zoover die vermeld zijn, de soort van grond, waarop de meststoffen werden aangewend, hier te laten volgen.

Namen. Woonplaatsen. Soort van «rond. Arbous (J. J.ï Geervliet Kleigrond. Charbon Jr. (J. A.) . . . Sassenheim Zandgrond. Dekker Hz. (J.) .... Gorsel. Everdingeu (Mr. N. T. J. en J. M. F. van) .... Tiel Kleigrond. Gerritsen (H.) Voorschoten. Geurts Az. (W.) .... Ophcusden Kleigrond Have (B G. van der) . . Ouwerkerk bij Zierikzee. . Kleiland. Ham (van den) Lunteren Zandgrond. Heiman (D.) Tiel Mager teelland. Keer (G.) Cnijk Leemzandgrond. Lamire (L.) üdenhout Zeer hooge zandgrond. lambej’ts (J. H. W.). . . Almelo In cultuur gebragt stuif, zand. Löhnis (A. B.) Frederiksoord Zandgrond. Pijnacker Hordijk (G. J.) . Kapel Avezaat Kleiland. Schenk (H.) Lekkerkerk. Smits (B. W. F.). .■ . – Almelo Schrale en uitgeputte zand. grond. Sijtsma (C.) Dronryp bij Leeuwarden. . Kleigrond. Versteegh (A. J.) . . . . Amerongen Oud- en nieuw ontgonnen heigrond.' Vis (Mr. W. Ph) van Som- • raelsdijk Middelburg. Wilhelmy (H.) Bergum (Friesland). Ofschoon, zooals wij boven zeiden, alle deze getuigenissen gunstig luiden, zoo is en blijft de vraag door de tegenstanders der Yille-mest opgeworpen, of de grond daardoor op den duur niet zal worden uitgeput, of hij vooral niet te veel van humusstoffen, die hoezeer zelve geen voedsel voor de planten, toch voor haar weligen groei onmisbaar zijn, zal worden beroofd, allezins de aandacht waard, ofschoon ik voor mij geen zeergroot gewigt daaraan hecht. Inde eerste plaats toch kan daarvan geen spraak zijn, waar de Yille-mest slechts ter aanvulling van het te kort aan stalmest en dus geheel als hulpmeststof gebezigd wordt. Maar ook daar, waar de Yille-mest alleen, zonder stalmest gebruikt wordt, gelooven wij niet, dat daarvoor zoo groote vrees behoeft te bestaan, want zeker is het,

45