wordt in genoemd artikel gewezen op de: Corypha Elata Roxb., C. urnbraculifera Linn., Borassus flabelliformis Mart., Livistonia Chinensis R. Br. en Latania Bombanaxa X (Cuba).

De bladen worden in sommige gevallen geoogst wanneer zij juist geopend zijn, in andere gevallen wanneer zij nog dicht zijn. Zoo worden de bladen van Latania Bombamxa en van Corypha Elata gedurende het droge seizoen afgesneden en, zoo zij ongebleekte den handel gebracht worden, gedurende eenige dagen inde zon gedroogd. Ongebleekt brengen zij bij export ongeveer fr. 20 a 30 p. KQ. op, gebleekt ongeveer fr. 40. per KG. Bleeken. Voor het bleeken der bladen worden ook verschillende methoden toegepast, die alle echter weer neerkomen op een behandeling met kokend water en azijn (Nipa- of Coconutvinagar) met of zonder toevoeging van aluin en tamarinde-bladeren. Tot slot worden de bladen gedurende 8 dagen afwisselend gewasschen met versch water en inde zon gedroogd. Pandanus. Ook van verschillende Pandanus-soorten o. a. (Pandanus simplex en P. Sabotan) worden de bladen voor vlechtwerk gebruikt. Deze bladeren ondergaan na het plukken en verwijderen der doornen eveneens een behandeling met kokend water en azijn, waarna zij gewasschen en inde zon gedroogd worden. Bamboe. Ten slotte wordt nog eenige aandacht gewijd aan de verwerking van den bamboe-stengel, waarbij men hier voornl. het oog heeft gehad op Bamhusa Bhimeana Schuit. Deze bamboe wordt ongeveer 10 20 M hoog en heeft een gemiddelde omvang van 8 a 10 cM. Het snijden heeft plaats vóór dat de takken zich ontwikkeld hebben, d. w. z. inde 4de of sde maand. De stengels worden gedurende 3 a 5 dagen op een vochtige plaats gelegd om de sappen te doen wegvloeien, waarna zij bij de knoopen worden doorgezaagd. Daar de alleronderste en de allerbovenste geledingen minderwaardig (resp. te grof en te zacht) materiaal opleveren worden alleen'de 10 a 20 middelste geledingen gebruikt. Deze worden overlangs gespleten in 3 of meer stukken en aan den binnenkant zoodanig met een scherp mes afgeschaafd tot ongeveer slechts Vs van de oorspronkelijke dikte overblijft. Deze stukken worden verder soepel gemaakt en ineen richting evenwijdig aan de schors in reepen gespleten van ‘/4—1/s m.M. dikte, die al naarmate zij dichter bij den schors gelegen zijn, van betere kwaliteit zijn. Ten slotte worden de aldus verkregen dunne linten gedurende J/2 uur in kokend water gelegd en inde zon gedroogd, waardoor ze versterkt en gebleekt worden. De binnenste reepen, die verwijderd worden, zijn grof en zwak, worden echter toch nog inde mandenmakerij gebruikt.

173