uit BOEK EN BLAD
Bibliografisch Bijvoegsel van Taxandria 2e Bundel
Samensteller: Ir. A. J. L. JUTEN, Noordsingel 1. Bergen op Zoom No. 30. Behoort bij Taxandria 1934 afl. 10.
(Kerkelijke) Beneficiën in 't bezit van verdachten. Alva stelde omtrent dit bezit rond 1569 een onderzoek in ; de resultaten bevinden zich in het Algemeen Rijksarchief Biussel, Audience 1243.
G. C. A. Juten publiceerde ze in de Haarlemsche Bijdragen dl. LIL Men viudt er gegevens in over Altena, AVoudrichem en Heusden.
Tongerlo's Cynsen te Huibergen en Roosendaal. Publicatie van G. Meeusen in St. Géertr. bronne 1934 No. I, blz. 28.
Raadhuis Halsteren. Halsteren is een der mooie en oude dorpen van het oude markiezaat. Het bezit o, m. een mooi Raadhuis, aat goed gerestaureerd'is en vergroot onder voorlichting van „Monumenten-zorg". Het werd gebouwd in 1633; bij gelegenheid van het 300-jarig z\jn, heeft wethouder van de Mortel een lezenswaardig overzicht van dit gebouw gegeven in St. Geertr. bronne 1934 II, blz. 91.
De Poldergeschiedenis rond Halsteren. Levelt vervolgt in St. Geertr. bronne 1934 II blz 45 de geschiedenis van eenige polders, met het onderwerp : De geschiedenis van de gemeente en van het gemeente-bestuur van den Auvergne-polder.
Brabantistne. Een opwekkende en positieve brochure op het einde van het vorig jaar uitgegeven door Jef de Brouwer te Tilburg, heeft in de Brabantsche pers en daarbuiten zeer de aandacht getrokken en heeft zelfs veel bijval gehad.
v. D. schreef er in de Novembermaand een drietal artikelen over in de Maasbode en Rector v. d Broek in Sancte Maria (Breda).
De eigen cultureele positie van Brabant werd daarin vastgesteld ; dit geschrift uit de eerste helft der 20e eeuw moge daarom hier worden vastgelegd.
Schuttersgilden en schutterijen van N.-Brabant Ile deel (gemeenten van M tot Z). De heer Jolles hee.t voor eenige maanden zijn tweede deel van dit werk uitgegeven en het Provinciaal Genootschap zorgde voor een keurige uitgave. De schrijver heeft van deze uitgave gebruikgemaakt een flink aantal aanvullingen (en verbeteringen) op het eerste deel te geven en nogmaals utieen te zetten wat hij heeft verzameld : het nog bestaande! De grote waarde van deze verzameling gegevens behoef ik hier niet meer te betogen ; het blijft jammer dat niet meerdere reglementen konden worden opgenomen of de oudsten niet meer konden worden nagespoord.
Het zal zeker een toekomstige mooie studie zijn aan de diverse reglementen de ontwikkeling van dit instituut als politioneele en verdedigend instituut, eerst zonder, daarna met sociale voorzorg en vervolgens tot sportinstelling met nog geringe politioneele taak, waarbij de sociale voorzorg allengs verwaterde in folklorischtische bepalingen .... om die ontwikkeling niet als hypothese te stellen, maar te zien en aan te toonen uit do ontwikkeling der reglementen.
Zeer zeker zon dit een mooi proefschrift zijn.
Ir. J.