wilde aanveerden, omdat hij geen beright cost geven en daarvan als willende voorders spreeken, soo syde den vicarius : t'is soo, maar desen brif en is daar van niet, gelieft hem maar te openen en te leesen, en hij dat dan doende, soo sijde hij op het leesen van dien brif als hier voor gesijt is.

Maar ick dan als ick by hem was of de occasie hadde van hem te spreeken, soo vraghde ick wat berigt datter was gegeven op het schrijven van de nonnekens, hij sijde dat desen brif was verstaan van vrij te sijn van inquartieringe bij occasie van het camp, en dat daaraan voldaan was mits wij geen inquartieringe hadde gehadt. Ick sijde, dat dit het versoeck niet was en dede hem eenen heelen uijtlegh van den inhout van den geschreven brif. Hij sijde, dat het soo niet was verstaan en dat het ons vrij is van laaten binnen te gaan of niet. En hem verders seggende het ons dit laastigh en moijelijck is, so scheen hij dat te gelooven en sprack daar verders niet meer op, en tot nogh toe en hebbe wij niet meer vernoomen, of daar is ons geen antwoort gegeven.

Lanck naer het vertreck van hun hoogheden, den prins en princesse van Oranje, is ons behandigt geworden een notabel present van hun hoogheden, bestaande in thee, brootsuvker en sicolade als in de vorige tijden nogh was geschiet.

Dit present ons ter hant gecomen sijnden, soo hebbe daar op gesonden den volgenden brif, geschreven aan den hofmeester van sijn hooghijt, de heer Crebassa, en was alsoo luijdende :

Seer wel edel heer,

Ons den 18 December ter hant gecomen sijnden, dat schoon en rijckelijck present van hunne doorluglitigste hoogheden (het minste daaraan synde in verwaghtinge, want ons altijt al te veel eer, geluck en piasier geschiet, als wij naar hunne doorlughtighste hoogheden op ons clooster mogen ontfangen en te gemoet sien) soo ist dat