halven hebben wij wel drufftelyck willen versoecken aen alle heeren officieren ende magistraten, daer dese beneffens de liuyt vande voors. laetste wolff (die 0111 stanck ende vuylighej't te prevenieren is afgedaen), sal werden gebleecken ende verthoondere van dien te willen liberalyck loonen, soodanigh als in diergelycke occasie gebruyckelyck is ; te meer dewyle den voors. Rombout Anthonis Vermunt desselffs gemelden broeder Jan Antlionis Vermunt ende den ondervorster Henderick Gabriels de Bruyn (welcke twee laetste haer tot het opdoen ende dooden van 't geseyt schadelyck gediert, oock wel hebbende gecontribueert), alhier inwoonderen syn van geringen staet ende haren cost met arbeyden moeten winnen, beryt synde in gelycke voorvallen onse schuldigheyt te quiteren. In oirconde hebben wy 't segel ter saecke hier onder op doen drucken ende door onsen secretaris teeckenen, desen 16 feb. 1692.

Onderteeclcent: H. van Gent.

Voor het schieten vanden wolff inde voors. attestatie vermeit heden dati deses het vel vertoont, is haer vertoonderen wegens dese gemeynte van TerHeyden vereert als van outs daer toe staende, de som me van vyff g. Actum 18 feb. 1692. Testoir : A. Brants.

Ten insichte vanden geschoten wolff in desen vermeit wegens de vryheyt Oosterhout gegeven ses g. Actum den 18 feb. 1692. Toirconden onderteeckent: P. Snellen, 1692.

Oud-archief der gemeente Oosterhout: B, 7 : Acteboelc der Vryheyt, fol. 92 vso.

A. E.