te waarschouwen en wel expresselijck by desen te interdiceren, dat niemant wie ofte van wat qualiteyt ofte conditie hy sy, sig en sal hebben te vervoorderen ofte verstouten henne peerden, beesten, calveren, verekens, schapen, geyten ofte boeken te stouwen, jagen ofte laten lopen ende weyden op het kerekhoff alhier, nog oock op den Heuvel, s' heeren straaten ofte langs de goede luyden aekers ofte weyden, te beschadigen, veel min dat niemant in toecomende sig sal verstouten te schieten met roers, bogen ofte werpen met steenen naer de zwaluwen ofte andere vogelen, ofte hoedanigh het soude moge sijn op het schalie dack ofte door de glasen van de kerek alhier, noch oock de pompen aen de kerek ende op den Heuvel te beschadigen met schieten ende werpen me) steenen, cooten ofte andersints, noch oock op den omloop ofte omsit om den grooten linden boom op den Heuvel te mogen omloopen ofte beschadigen, in het minste met steenen ofte cooten te werpen, als oock tegens geen vryheyts linde boomen als andersints te cooten ofte hoedanig het soude mogen sijn.

Ende dat alles op de peenen ende boete die daer op bevonden sullen werden te verbeuren van drie gulden, te appliceren d' eene helfte voer den heere schouteth ende d' ander helft voer den armen alhier, ende daer en boven te betalen ende te vergoeden de schade door oorsaecke als voer ontstaan ende gedaan, ende sullen d' ouders voer hare kinderen ende de meesters ofte baesen voer haere kneghs ofte meysjens respensabel ende executabel moeten wesen.

Ende opdat niemant hier van ignorantie en hebbe te pretenderen, soo hebben de voorgemelte regenten verstaan, dat dese acte op Sondag toekomende alhier ter puyen aff, daer men sulks gewoen is publicatie te doen, sal werden affgekondigt. Aldus gedaen, gearresteert ende geresolveert op s' vryheyts huys in plena collegio den 25e Januarii 1700.

Gepubliceert den 31 Januarii 1700.

G. A. Oosterhout A. E.