DE ABTSKEUZE VAN TH. SPIERINCK IN BERNE,

155*2

DOOR

J. KLEIJXTJEXS S. J.

ïii 25en Juli 1552 was de zevenendertigste abt deiabdij van Berrie, Otto van Boetselaar, ge¬

storven Niettegenstaande de aot van Manenweert getracht had de religieuzen te overreden een opvolger te kiezen, vóór de regeering haar afgevaardigden zond, zou het drie jaren duren eer zijn opvolger werd aangewezen, ofschoon reeds den 18en Augustus Aernt Stryters, abt van Tongerlo met den „raedt ordinaris van der kevserlyker Majesteyt", Cornelis Suys zich op bevel van liooger hand naar Berue hadden begeven, om de gewone informaties te nemen. Wij vonden het protocol der stemming en de brieven, die het begeleidden in de Archives Générales du Royaume te Brussel, Papiers d'Etat et de 1'Audience reg 896 fol. 3.

Tot de abdij behooren zeven en twintig religieusen, elf van dezen wonen buiten de abdij „opte curen ende preposituren ter collacie van der selver abdie specterende "

Elke religieus werd afzonderlijk opgeroepen en na den eed te hebben afgelegd werd aan een ieder de vraag gesteld, welke drie personen hij het meest geschikt achtte de waardigheid van abt te verwerven; degene, die het eerst genoemd werd, kwam voor de keuze het meest in aanmerking.

Door allen werden twee religieusen genoemd : Theodoricus Spierinck, pastoor te Oud-Heusden, die 13 keer de eerste plaats kreeg en LambertusScilman de Wamele, de waarnemende overste van het convent, die 10 maal op de eerste plaats genoemd werd

Spierinck wordt door allen geprezen als een voorbeeldig religieus, die zoowel in geestelijke als wereldlijke