genoemde gift had vernomen, wilde ook niet achterblijven en liet door haar stiefzoon Dr L van Heijst1) weten, dat ook zij 30 gulden voor het goede doel over had, terwijl de burgemeester L. D. van Heijst, na de begrafenis van zijn zoon M1' F. J. van Heijst, die in
1860 overleed en door de gildebroeders grafwaarts was gedragen, bij de gift zijner vrouw nog een aanzienlijke som beschikbaar stelde. Zoo had men al spoedig eene kleine 100 gulden bijeen. Maar dat was nog niet voldoende : men wilde een prachtig en solied vaandel hebben! Daarop werd in de vergadering van 17 Juli 1860 —het gildehuis was toen gevestigd bij J. B. Timmermans schuin over de Waalwijksche markt — een ingekomen schrijven van den hoofdman Ar noldus Dalleu voorgelezen, tintelende van liefde voor het oude en roem ruchtige St. Jorisgild, waarin de adressant, na zijne warme ontboezemingen te hebben lucht gegeven, be paalde middelen aan de hand deed om het nog ontbrekende bedrag aangevuld te zien. Dientengevolge werd in die vergadering besloten, dat door ieder lid gedurende 6 maanden elke maand een gulden zou gecontribueerd worden, van welke contributie vrij zouden zijn de burgemeester, wegens zijne aanzienlijke gift, en Adrianus Benedictus van Lieshout, wegens zijne vele belangrijke diensten, den gilde reeds bewezen. Zoo kwamen nog eene goede honderd gulden binnen. Toen toog men aan den arbeid. De uitvoering van de vervaardiging van liet nieuwe vaandel werd aan eene commissie opgedragen, n. 1. de heeren F. A. D. van der Klokken,3) A. B. van Lieshout en J. C. L. van Ierse], die het den 3 Juli 1861 geheel voltooid afleverden. De kosten bedroegen f 185.34. Dit vaandel wordt thans nog bewaard bij de familie Timmermans.
Weldra zou de burgemeester van Besoijen — als zoodanig benoemd bij koninklijk besluit van 20 Januari
li Leo nardus Dominicus van Heijst, van 2 Febr. 1836 tot 23 Dec.
1861 burgemeester van Waalwijk.
2) Bij Kon. Besluit van 24 Dec. 1861 benoemd tot burgemeester van Waalwijk.