zoo weinig nieuwe leden aan, dat, gelijk reeds gezegd werd, het ledental in 1868 tot 10 was weggeslonken !
Wat waren nu de voornaamste verrichtingen van het gild in de laatste 30 jaren van zijn levensbestaan ? Nadat tusschen 1848 en 1857 eenige nieuwe invloedrijke leden waren aangeworven, — o. a. de bekende teekenaar van het kadaster en calligraaf Adrianus Benedictus van Lieshout, de Baardwijksche burgemeester H e n d r i k L o e f f (vader van wijlen minister Mr J. A. L o e f f), de rechtsgeleerde Mr L. P. vanMeer w ij k —, werd in de vergadering der gildebroeders van 13 Augustus 1857, in plaats van Dr FranciscusJohannesvan Heijst, die wegens gevorderden leeftijd had bedankt, een nieuwe gilde-secretaris gekozen, n.1. Pieter Rei nier van Heijst. Genoemde Dr F. J. van Heijst bleef evenwel nog het ambt van chartermeester of schatbewaarder waarnemen. Een drietal weken later, den 9 September 1857, werd besloten, om aan den mede-broeder, burgemeester L. D. van Heijst, die van 1814 af reeds lid van St Joris was geweest, bij gelegenheid van zijn gouden huwelijksfeest met PetronellaJosephaSprangers, „uit privé-beurs een huldeblijk aan te bieden, zullende „bestaan uit een zilveren tafelschel, waarop het wapen „van de gilde en een toepasselijke inscriptie zullen wor„den gegraveerd". Wat ook geschiedde.
Inmiddels was het oude gilde-vaandel, dat in 1807 voor niet al te hoogen prijs was gekocht en dus niet van al te beste kwaliteit zal geweest zijn, geheel versleten, zoo versleten en verscheurd, dat het meer dan schande was het in 't publiek te vertoonen. Er werden daarom maatregelen beraamd om de noodige gelden voor een nieuw vaandel bijeen te krijgen, hetzij giften of verplichte bijdragen.
Een eerste gift van 30 gulden werd al spoedig toegezegd door de echtgenoote van den burgemeester : P e t r onella Josepha Sprangers. Haar schoonzuster, Johanna Christina Bax, tweede vrouw van Dr Franciscus Joh an nes van Heijst, die van boven-