vogel geschoten wordt, door de leden van het gild ten zijnen huize afgehaald worden ; te dien einde zullen de leden zich op een aangezegd uur in het gildehuis bevinden. De optocht, met uitzondering der directie, geschied bij anciënniteit; hij, die zich aan denzelven onttrekt of zich er van verwijdert, verbeurt zestig cents boete.
Art. 21.
Bij het doen van eenen optocht zal altijd de naaste weg gevolgd worden ; de directie is echter bevoegd hiervan in buitengewone gevallen af te wijken.
Art. 22.
Het schieten naar eenen prijs wordt bij een afzonderlijk besluit geregeld. Éénmaal om de vier jaren moet er prijsvogel geschoten worden.
Art. 23.
De feesten zullen zooveel mogelijk in de zomermaanden plaats hebben. De tijd der feesten zal door de vergadering worden bepaald. Zij zullen door de directie worden besteld en geregeld, waarvoor zij per hoofd een flesch wijn zullen genieten. Den eersten dag mag ieder lid ééne dame, den tweeden dag kan hij twee dames en een heer, mits deze zij vreemdeling of huisgenoot, medebrengen. Hij is verplicht daarvan daags te voren aan de directie kennis te geven. De directie heeft de eerste plaats aan tafel; de overige leden nemen plaats naar gelang van anciënniteit.
Art. 24.
Den tweeden dag zal er gedanst worden ; den derden dag des avonds zal er rekening en verantivoording worden gedaan en de nieuwe deken in functie treden.
Art. 25.
Jaarlijks op St. Jorisdag of op een door de gilde nader te bepalen dag zal er een kerkelijke dienst geschieden voor de zielenrust van overleden broeders en zusters. Die dienst zal geschieden 's morgens ten . . . uren, waarbij