Slaats, hetwelk hij in 1791, toen hij koning werd, aan het gild ten geschenke gaf, bewijst heel zwakjes dat ook te Waalwijk toen eenige gisting heerschte Dat rijmpje luidt: A Is een ware patriot schoot ilc den vogel neer, Waardoor ik koning werd en deze schild vereer.

H L. Slaats, 1791.

Meer is er niet. En toch was het toen hier, vooral ook te Besoyen en Baardwijk, een woelige tijd, die wel verdient er eenige aandacht aan te wijden. Zoodra mijn artikelen over St. Joris in Taxandria zullen verschenen zijn, wil ik een begin maken met de geschiedenis van de Patriottische beweging in deze streken, waarvoor de bouwstoffen reeds gedeeltelijk zijn verzameld.

In 1790 en nog vele jaren daarna schijnt het St. Jorisgild een kwijnend bestaan geleid te hebben : veel leden verlieten de broederschap en weinig nieuwe leden traden toe. Om dat euvel te verhelpen en wat nieuw bloed op te nemen, werd bij besluit van het gildebestuur van 5 Mei 1790 bepaald, dat voortaan ieder vry lid van St. Joris kon worden, zonder eenig inkomgeld te betalen. Dat hielp echter niet afdoende, immers de kwijnende toestand was op het einde der 18de eeuw zoo verergerd, dat ten huize van Jan Baptist Dalleu, waar toen de gildekamer gehouden werd, den 17 Juni 1799 door koning, hoofdman en dekens o. a. besloten werd de gildebroeders te verplichten binnen een jaar een nieuw lid te iverven, op verbeurte van 25 stuivers. Die resolutie luidt aldus: Op heden den 17 Juny 1799, zijnde de dag dat het St. Jorisgild teert ten huyse van J. B. Daleu, is met eenparigheid van stemmen van alle leeden, die present waaren, beslooten, dat ieder gildenbroeder ■ zal verpligt zyn binnen een jaer te werven een lidt van ons broederschap, die volgens de conditie van ons reglement zal voldoende bevonden worden, en den geenen, die geen lid binnen dien tijd aenbrengt, zal verbeuren ten behoeven van het gilde vijf-en-twintig stuyvers, en dat den gene, die een lid aenwerft, mag verteeren ten laste van het gild 12 stuyvers. En is verders geresolveert, dat vermits den