Elders hielden houten versterkingen nog lange jaren stand. Dit blijkt uit de geschiedenis van Eerde, dat in 1380 werd belegerd. Steenen van 1300 pond, die er naar toe werden geslingerd, „scaden den houten huse niet, want die steenen steyten daer wedei af, oft ballen geweest hadden, want die stilen ende balken waren so dicke alse molenstanders, ende stonden by dichte, die een by een anderen, mer dat steenwerc worpen zij alle te stucken." Eerde bezweek eerst na een beleg van vijf weken en aanvallen dag en nacht. De toren werd in brand gestoken, en „'tbernde een gantse maent lang."
Zoo weten we: de toren, het eigenlijke fort, was in hout opgetrokken, de ringmuur was in steen, had een houten palissadeeiing vervangen, en die steen werd verpulverd, terwijl het hout de projectielen,die er op werden afgeschoten, weerstond en eerst door het vuur kon worden vernietigd. Ook Maastricht had houten palissadeeringen, die in 1284 een fel beleg
bleken te kunnen weerstaan.
Spr. besprak voorts de beteekenis van castrum, domus, municio en huis, waartusschen men niet veel verschil scheen te maken.
Voorwat betreft den bouw der residentie, der sala, meen ik te mogen verwijzen naar het mooiste voorbeeld dezer, dat goed bewaard gebleven is in den loop der tijden: het Markiezenhof te Bo Zoom, dat een bestudeering ten volle waard is, juist het terrein der studie, door Jhr. v. Nispen zoo gelukkig ingezet. j. j
Qe Karthuizers te Vught. De studie der Karthuizers in ons land berust in één hand, van Mr. H. Scholtens, burgemeester van Beverwijk.
Hij is zich nu gaan bezighouden met de Karthuizers te A ught en naar aanleiding daarvan heeft de gemeente-archivaris Fr. de Bekker in het „Weekblad voor Vught en omstreken" 21 April e. v. uit het bekende en onbekende iets omtrent deze nog weinig 15e eeuwsche instelling komen vertellen.
Een schoon kind. Uitzonderlijke geboorlingen hebben immer de aandacht van het volk gehad. En de ouders en eigenaars trokken ei immer mee de baan op om daarmee geld te verdienen bij het kijklustige publiek.
Zoo vertelt dhr. de Bekker in het Weekblad van Vught van 14 April hoe aan Johannes van den Dungen in 1805 een certificaat verschaft werd als de vader van een kind, zóó oud, zoo groot en dik enz. om het „op een reisje door de Bataafsche Republiek te laten bewonderen en hierdoor eenigzints 't geluk van hem en talrijk huibgezin te bevorderen."
Willemstad. Op de tentoonstelling van het werk van Heemschut in Februari van dit jaar te Amsterdam, is ook Willemstad met een bijdrage uitgekomen.
Willemstad Vooruit ijvert reeds jaren voor restauratie, en geleidelijk be houd, en vóór deze waren er anderen die in den loop der jaren iets deden met direct of indirect resultaat om van het vele oud-architectonische zooveel mogelijk te bewaren
Van al het goed-gelukte vertelt de Willemstadsche architect G. de Rooy die eenige particuliere woningen met niet onaardig succes mocht restaureeren in den loop der jaren en die, in opdracht van 's Rijks monumentenzorg, ook de Raadhuisgevel aan't restaureeien is. Men zie hierover: Vakblad
voor de Bouwbedrijven 12 Februari 1934.
Gildefeesten. Te Bergen op Zoom werd 2e Paaschdag voor de 4e maal een goed geslaagd Paasch-staak feest gegeven; aangevuld met boeren-
dansen en vaandelzwaaien.
In 't Land van Ouyck zijn midden-Mei groote schiet-gildefeesten gegeven,
die zeer de aandacht trokken.