der Derde Orde dit hospitaal zouden bedienen? Zo ja, dan is het niet onmogelik, dat deze zusters in 1468 een groter gebouw gekregen hebben. 'tZijn slechts gissingen wegens gebrek aan dokumenten.

Nog een gissing. In 1504 stond paus Julius II toe, dat de Boxtelse Fransiskanessen tot de Twede Orde overgingen. Brom1) vermeldt echter onder het jaar 1510, 1 November 1511 : „Mater et sorores domus \ al 1 is S. Elisabeth in Boextell tertii ordinis S. Francisci de Poeni tentia Leodiensis diocesis. Erectio ipsius domus in monasterium. Ad perpetuum." Heelt het dus nog enige jaren geduurd, vooraleer de zusters van het pauselik verlof gebruik konden maken ?

Het Minderbroedersklooster te Weert en dat der Klarissen te Megen bewaren nog een groot aantal oorkonden, waarvan verscheidene op perkament geschreven zijn. Wij laten nu de stukken volgen, die nog te Megen zijn.

1.

Jan die momber, Engbrecht van den Bersellare, outer van den Loeck, Michiel Anergaen, Aert van Yucht, Gherit van der Loo en Jan Loureyns Hubensz., oudste schepenen van Boktel, verklaren, dat Wouter die Bastaert een nader omschreven beemde en alle rechten erop heeft afgestaan aan de zusters Tertiarissen, die in het klooster St. Elisabetlisdal te Boxtel wonen, vroeger Cronenborgh genoemd.— 1481 Julie 4.

Wy, Jan die momber, Engbrecht van den Bersellare, Wouter van den Loeclc, Michiel Anergaen, Aert van Vucht, Gherit van den Loo en de Jan Laureyns Hubensz., die outste scepenen in Boxtel, tuygen, dat voor ons comen is II outer die Bastaert, wittige sone Wileneer Willems, natuerlyc sone Diericx Bastaerts, ende heeft tot behoef des convents ende cloesters der zusteren van der derder regulen Sinte Francisci, gelegen tot Boxtel, genaempt 't Sinte Elyzabettendale, welke stede ende plaetsche hier voirmaels was geheiten C'ronenborch, wettelyc ende erfelyc opgedragen ende overgegeven alle zyn

1) T. a. p., nr. 1890.