by ons ondergeschreven oversten, hoofdman, koninck, deekens en alpherus goetgevonden ende verstaen, gelijk wy goetvinden en verstaen mitsdesen, alvorens daer toe gevraegt en gehadt de stemmen van alle ende igelyke gildebroeders, dat dengene der schutten, denwelke volgens onse caarte den koninkxvogel zal afgeschoten hebben, zal volstaen met eens te betaelen de somme van een en twintigh guldens, ende dat op de feest van St. Joris, inmiddelijk volgende naer den dagli van het schieten des vogels, mitsgaders naer gewoonte en out gebruyk van een schilde van geslage silver tot vermeerderinge van den breuk, en sulkx tot voorkominge vau alle verdere noodeloose kosten en schade. Aldus gedaen binnen Waelwijck dato als boven (Geteekend) : Urbanus Voet, decanus et pastor in Waelwijck, Lambertus van Ge nek, als hopman, Antony van den Blerck, als koning, Hendrikus Vermaes, als vendrik, Comelis van Oorschot, Jan Hoefnagels, als deken.— Gelijk wij vroeger zagen, moest een nieuwe koning, volgens artikel 11 van de kaart van 1548, aan zijne medeschutten een en hamel en een ton bier schenken," en volgens artikel 14 van de ordonnantie van 1548 drie gulden, waarvoor hij met zijne koninginne vrijen kost en vrij verteer had. Bij bovenstaande acte van 23 April 1766 werd dat voortaan 21 gulden, vermeerderd met een schild van geslagen zilver.

Inmiddels was het aloude voetboogschuttersvaandel, dat misschien meer dan een halve eeuw was gebruikt geworden, in zulk een desolaten toestand gekomen, dat repareeren niet meer hielp. Daarom besloot het bestuur van St. Joris pogingen aan te wenden, om in het bezit van een nieuw vaandel te komen. Maar wijl de geldmiddelen van de schutterij niet al te rooskleurig waren, riep men, gedachtig aan de bescherming, die de Ileeren van Waalwijk door de eeuwen heen vaak hadden verleend, de hulp in van den ambachtsheer en ambachtsvrouw : David Maurits Le Leu de Wil hem en zijne echtgenoote M. P. J. baronesse Pieck. Dat had het gewenschte gevolg. De toenmalige gemeente-secretaris