Heilwig de Roever - van Achelen in 1552, wordt liet pand omschreven : huysiiige, pleynen, hovingen, uutcomende oostwaerts aent caetspel ende oick eensdeels aen de plaetse voir de borclite, zuytwaerl aen Mertens Bon des koxshuys ende oock eensdeels aen des heeren van Elderen erve, westwaert aen des voors. heeren van Eldren erve ende noirtivaert aen d'erve toebelioerende totten huysinge ivylen G. de Byest.')

Na den dood zijner eerste echtgenoote Barbara de Kemper, trouwde hij met Anna B i s s c o p, met wie hij gehuwd wordt vermeld in 1534. *) Zij moet eene dochter zijn van Jacob Bisscop, wiens broer Jan secretaris was te Middelburg, en van Margriete van Houwelingen. De vrouw van \ ierling was ook een der erfgenamen van Willem Willems van Houwelingen en diens eclitgennote Elisabetli. Deze waren eigenaren geweest van het Groot en Klein Laar, samen groot 40 morgen, gelegen in het ambacht van Munsterkerk bij Dussen. De erfgenamen gaven 22 April lf-39 3) alle bescheiden aangaande dat goed over aan Herman van Deventer en Dirk Goderts te 's Hertogenbosch.4)

Voor de derde maal trouwde de griffier met Wilhelmina van de Vliet, weduwe van Adriaan van der Heiden Vierling had bij huwelijksvoorwaarden vastgelegd, dat zij na zijn dood het huis te Breda mocht blijven bewonen en de inkomsten genieten van de Blauwe Kamer te Oosterhout. Dat goed bleek zwaar belast, zoodat de stiefkinderen haar 21 Juli 154(1 een jaargeld beloofden.s) Kort daarna is dat goed door de erven verkocht. De weduwe hertrouwde met Michiel Piggen, ook griffier van de rekenkamer. 6)

De kinderen Vierling hebben in 1549 het onroerend goed gedeeld, door hun vader nagelaten. ) Andries en Anna kregen voor hun aandeel: het huis te Breda en eene hofstede van 105 gemeten in de St. Maartenspolder te Hoeven ; Matheus en Adriana de hoeve Wolfslaar met een perceel grond onder Ginneken, genaamd den Buistenberg; Jan en Elisabetli de landerijen onder Prinsenhage, Doveren en in den ban van Veen; Paschvne, oene go fs te de van 33 gemeten in het Oudland onder Oudenbosch en Knoterkenshoefke onder Hoeven.

1. Andries, de oudste, legde 2 Juli 1572 voor de Bredasche schepenen eene verklaring af over zijne vaste goederen, welke in

II A.p. 457:183. 2) A p II. 804 : 34 vo.

3) A.p 444:119 vo; erfgenamen zijn: haar broer Poter en hare zuster Queryne, gehnwd met Floris van Grijpskerk, (458:73vo) en Hendrik minderjarige zoon van hare zuster Willemijne, overleden, en van Claas Hendriks van Wissekerke.

4, A.p. 444 62. 5) A.p 451:135:451:92. 6) A p. 482 28 7) Ap. 453:135.