stemmen wordt de kleur des tabbaards vastgesteld. Wie zich tegen een en ander opposeert, verbeurt een pond.
25. Niemand mag zijnen tabbaard binnen twee jaren laten dragen door iemand buiten het gezelschap staande. Wie contrarie doet, heeft eene boete van een Arnoldusgulden.
26. Het gildebroederschap zal steeds twee dekens hebben, die twee jaren zullen dienen. Zij worden ver kozen door den koning en de gemeene schutten. Elk jaar, als men den papegaai zal schieten, zullen de dekens twee maaltijden bezorgen, één 's avonds als men geschoten heeft en één den anderen dag snoens. De gezamenlijke kosten zullen door de broeders na het koningscliieten gelijkelijk betaald worden, waarvan de dekens jaarlijks rekening en verantwoording moeten doen. Die kosten bestaan o a. in de maaltijden, cost van pyperen '), schencken, cost en onraad van schutterskleederen. Wie niet op tijd betaalt, moet bovendien een peen (= boete) van 7 stuivers betalen.
27. Wie tot deken verkozen wordt, zal niet mogen weigeren, maar zijne benoeming moeten aannemen. Wie bedankt, verbeurt 4 gulden ten bate der kas.
28. Iedere gildebroeder zal schuldig zijn te vieren en te eeren den edelen ridder en martelaar St. Joris in synen hoochtijt, en zal verplicht zijn dien dag ter kerke te komen en te offeren soo wes hem Godt int hert seynt. Na de mis zullen de gildegenooten gezamenlijk gaen teiren. Wie hierin zijn plicht verzuimt, betaalt eene boete van 15 stuivers.
29. De dekens zijn gehouden op St. Jorisdag rekening te doen van alle ingekomen breuken, met opgave van wie die breuken gekomen en van wat aard ze zijn. Ende die breucken te beleggen by rade des conincx ende der guldebroeders aen die broets,2) aen een croon ofte aen 't beelt van St. Joris ofte aen die reformatie van den schutsboogaert. Indien de dekens in gebreke blijven eene goede rekening te doen, zullen zij schuldig zijn het ontbrekende aan te passen en tevens een boete van een pond te betalen.
1) Pijperen fluitspelen.
2) In de kaart van Esch (Tax. VIII: 197) juweelen oft broodsien.