zelfde, die in 1461, 25 Nov. aftrad als rentmeester van Oudenbosch. ') Als schepen van Breda wordt hij reeds genoemd in 1469. Hij overleed in 10 Maart 1501.2)

Eene aanteekening van A. Havermans noemt een Philips de Bye als schout van Oosterhout in 1439 e. v.

De kinderen uit zijn huwelijk met Geertruid Colever zijn boven vermeld geworden.

In de Bredasche schepen-protocollen vond ik over hen nog : Ge r rit, de oudste, woonde „opt slootken genaemt Gruenendael" onder Hilvarenbeek. ') Hij is tweemaal gehuwd geweest, maar nergens vond ik de namen zijner echtgenoóten.

Een zoon uit het tweede huwelijk, Goossen, was reeds in Mei lf48 overleden.

Philips uit het eerste huwelijk verbleef insgelijks op Groenendaal. ■") Deze werd 24 April 1542, tijdens het leven van zijn vader, heleend niet eene rente van 117 rijnsche guldens op de helft van Gageldonck.

Zijn zoon Willem werd 23 Aug. 1559 daarmede beleend, daar het hem was toebedeeld na den dood zijns vaders, „in broederlijcke en zusterlijcke deelinge.' s)

Op het einde der 15e eeuw was schout te Prinsenhage Philips de Bye. Hij had eene zuster Agnes, die een zoon had „Jan Mathijszone, die men noempt Jan de Bye";6; Zij waren kinderen van Jan de Bye. De schout zal overleden zijn in 1509, daar dat jaar als schout van Prinsenhage optreedt Claus Schut. ')

Van zijne eerste vrouw, Alijt Cristus, zijn twee kinderen bekend : a. J a n, over wien aanstonds ; b. C o r n e 1 i e.8)

Zijne tweede vrouw heette Katharina v a n W ij e k ; zij was eene zuster van Joost van Wijck, gehuwd met Joanna van Herlaer.9) Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren : c. Anthonis; d. Jan; e. Willem. l8)

Jan (a) de Bye ,,d' oude wylen Philips outste zoon' ") is gehuwd geweest met Marie van Oudheusden, die in Dec. 1522 reeds weduwe was. n) Hij bezat „die huysinge, schuere enz. gelegen tot Buerstede aen het goir." ")

Dit goed is later in het bezit van de weduwe van Philips de Bye, zoodat waarschijnlijk hij een zoon is van de Bye - van Oudheusden. Ik meen, dat hij is „joncker Philips de

1) II, A. Grav., C.V.Br. 473. 2i H v. P , V : 350

3) Zie over dit huis Taxandria. XVII. 4) G. A. Breda, R. 806 : 23.

5) Extract uit het leenboek f. XXXIII. 6) G. A. Breda R. 462 ; 58vo.

7) (i. A. Breda R. 418 : 62vo. 8) A. p R. 419 :109vo.

9) A. p. R. 426 :166. 10) A p. R. 424 :148. 11) A. p. R. 419: 62vo.

12) A. p. R. 429 : 129. 13) A p R. 415 : 247.