In datzelfde jaar 1428 leefden te Breda:
Hendrik de Bye, kanunnik en sinds 1449 deken der O.L.Y. kerk ; hij overleed 23 November 1461; ') hij erfde van Philips v. d. Leek diens huis in de Steenbrugstraat.
Jan de Bye; beiden waren bloedverwanten van Philips van de Leek, zooals deze in zijn testament zegt.s) Bestaande genealogiën kennen een huwelijk van Willem de Bye en Jenneke v. d. Leek.3)
Willem de Bye, die een zoon was van een Jan de Bye, is hofmeester geweest van Jacoba van Heieren. Deze schonk hem
10 Dec. 1430 „om menigen dienst wille" de ambachtsheerlijkheid 's-Gravenpolder op Zuid Beveland.4) Zeven jaren later werd zij door hem verkocht. Hertog Philips van Bourgondie gelastte
11 April 1433 zijnen tresorier, 7.000 Dordtsche schilden uit te betalen aan den schildknaap Willem de Bye, waarvan (5.000 voor diens persoonlijk gebruik, 1.000 „pour distribuer a sa discrétion, ou il scet que c'est nostre plaisir. ) In het voorjaar 1436 kocht hij van Willem v. d. Leek, heer van Berg en Hedel, de heerlijkheid Gageldonck,6) en 12 Juni 1445 de heerlijkheid Hambroeck van Jan van Hambroeck gezegd Beversluis. ) Deze goederen werden 27 Febr. 1460 door hem verkocht aan den heer van Breda8) „om sekeren synen nootoirbare", zooals hij veertien dagen te voren verklaard had voor het Brabantsche leenhof.9) Hij maakte 26 Febr. 1466 zijn testament, waarin hij „openbairlijc bekende sijn goede meestdeel gecregen ende verworven te hebben in dienste der hogeborender vorstynnen vrouwe Jacop van Hollant zaliger ghedachten".,") Als zijn sterfdag geeft het necrologium 27 Maart. 11)
Waarschijnlijk is hij voor de tweede maal gehuwd met Cornelie van Dongen, dochter van Boelof, die van haar vader 4 Dec. 1463 een erfrente meekreeg „tot hulpe van luieren hylic met Willem de Bye. ' IS)
Zijn naamgenoot, Willem de Bye, was 4 Maart '.472 door den heer van Breda aangewezen tot burgemeester der stad als opvolger van Gerrit Cristus,13) maar den volgenden dag werd Floris van Nispen hiervoor uitverkoren. H) Willem de Bye moest dien opvolgen als kastelein van het kasteel. Vermoedelijk is hij de-
I) H. V.P.. V : 417 2) Oart. St. Catharina-dal n. 294
3) Taxandria XXV : 10?. 4) F. v. M i e r i s IV : 991. 5. Ibidem IV : 1001.
6) R. A. Grav. N. D. f. 260 n. XXXVII.
71 R. A. Brussel. Cour féodale n. 19 f. 401.
8) Taxandria XXV : 155, naar het origineel in N. D. f. 258 n. XXIV-
9) Afschrift door Adr. Haver.fans, C v.V, n. 92.
10) Kon. Bibl. Brussel, II. S n. 4472 : 128 (v.d.U h e y n V: 69.8).
II) H. v. P., V : 347. 12i G. A. Breda. R. 445 :146vo. 13) O. v.V. n. 92.
14) Taxandria XXV : 154
4 XLI