overleed vóór 6 Juni 1536, na een zeer bewogen leven. Zijne moeder immers verklaarde dien dag voor de Bredascbe schepenbank, dat zij „voor wylen Franchoysen, haren soon, bynnen sijn leven betaelt had zekere schulden, die hy van peerden ende andere sculdich was; dat zy oick voir hem, ter tyde van zijn vangenissc, diverse reysen soo in den Hage, ter Goude, tot Bruessel ende anders gedaen hadde." ')
Hij huwde, vóór 1530, met Elisabeth vanderVorst,8) die hem drie kinderen schonk. Als dochter van Jan v. d. Vorst, heer van Loonbeke nabij Leuven,8) had zij eene rente op deze heerlijkheid. Voor den tweeden keer is Frans getrouwd met eene Mechtelt Dyrcx. ')
a. Engel br echt van Bruheze werd priester en verkreeg een kanonikaat in de domkerk van Utrecht.5)
b. J a n van Bruheze is, volgens pater van Lommei, geboren 3 Mei 1527. 6) Reeds op jeugdigen leeftijd werd hij bestemd voor den geestelijken stand, en als clericus was hij in 1540 in dienst bij zijn oom, Peter v. d. Vorst, bisschop van Acqui. ') Diens invloed bezorgde hem een kanonikaat aan de Utrechtsche hoofdkerk, dat hem 4 Apr. 1542 werd verleend. Vijf en twintig jaren later werd hij aangesteld tot tresorier van het kapittel, dat hem 22 Apr. 1572, na het overlijden van Joh. v. d. Vecht, koos tot zijn deken. 8) Deze waardigheid nam hij in bezit 20 Mei 1573. Als overtuigd koningsgezinde voelde hij zich niet veilig te Utrecht en vertrok in Mei 1577 over Emmerik naar Utrecht. Na het overlijden van bisschop Knyff benoemde de koning hem tot bisschop van Groningen, en 2 Jan. 1592 tot aartstbisschop van Utrecht.9)
1) A p 441: 81vo.
2) Galesloot, Invent. Cour ftod II 209 ; vgl. Breda R 437 : 65 vo.
3) G a I e s l o o t, a. p.; afb. kasteel o a. deCan tillon, Vermakelijkheden II: 150
4) Breda, II 411:85. 5) A p 461:153; 467 :159vo ; 809: 235vo.
6 Arch Acirtsb Utr VI: 187, zonder vermelding van bron.
7) Brom, Archivalia in Italië I n. 309.
8j Arch Aartsb. Utr VI: 192 e. v.: zijn voorganger was niet Jan v d. Vorst, zooals Gasman in N. N. Biogr. Woordenb. i v. zegt, daar deze 8 Nov. 1546 reeds was overleden : II. v. P , V : 180.
9) Benoemingsbrieven Archief VI: 210, 1