der gilden worden dikwijls mede tot de magistraat ge rekend. En liet kan ons niet verwonderen, dat de Gilden bij de Christelijke vormen, die ze nu aangenomen hadden, hun oorspronkelijk godsdienstig karakter niet verloochenden, want we weten, dat in de Middeleeuwen en nog lang daarna kerkelijk en burgerlijk leven op 't innigst saamgeweven waren. In zijn studie over het Amsterdamsche kuipersgild zegt J. A A 1 b e r d i n g h Th ij m op bl. 94 o. m. het volgende: „Men kan in hun algemeen „karakter het diep geworteld godsdienstig beginsel, zoo „min als den zelfbewusten burgermoed en den zin voor „plechtigheden en kunstvormen miskennen."— Elk gild koos zich nu zijn beschermheilige of patroon, onderhield z'n altaar in kerk of kapel, hield zijne optochten en omgangen en vierde met uitgelatenheid zijn jaarlijkschen maaltijd.

Gelijk tamelijk algemeen bekend is, kwamen de ambachts- en schutsgilden in de Middeleeuwen tot grooten bloei, vooral in Vlaanderen. Ook is het bekend, dat, toen de kunstvaardigheid der oudste handwerkers (schoenmakers, leerlooiers, timmerlieden, metselaars, enz.) allengs tot hooger ontwikkeling kwam en de beschaving toenam, tegelijk met het streven naar vrijwording, vooral in het tijdperk der kruistochten, de lieden van hetzelfde bedrijf zich begonnen te vereenigen tot bevordering en bescherming hunner nijverheid en tevens uit zucht naar zelfstandigheid. Dat was het begin der ambachtsgilden. De schuttersgilden zullen, althans in ons vaderland, van niet veel latere dagteekening geweest zijn. Oorspronkelijk waren die schuttersgilden slechts vereenigingen ter beschutting van de rechten en vrijheden der poorterijen. Zij waren juist zoo oud als de vrije steden zelve. Want zoodra eene poorte haren vrijbrief verworven had, bezat zij daarmede tevens het recht die vrijheid te beschutten. De kloekste en vroomste mannen der nieuwe poorterije vereenigden zich om de wapens te dragen tot beschutting harer vrijheid en veiligheid. Daarom noemden zij zich schutten, schuttebroeders of schutters. Men bedenke hierbij wel, dat het