secretaris van Capelle in Noordbrabant. Een proces tegen twee dochters van wijlen Dirk Adriaanszn van Oordt (blz. 280 hiervoren) beide genoemd op blz. 85 van jaargang 1925, door hem aangespannen voor het Leenhof van Brabant wegens zekere onroerende goederen, gelegen onder Waalwijk, door bedoelde twee dochters gekocht, laat vermoeden, dat hij hun bloedverwant is.

Immers, omdat aan een Leenhof de beslissing werd gevraagd, betrof het leengoederen ; en — kwam daarbij de questie van opvolging aan de orde, dan betrof het allicht een strijd tusschen familieleden.

Doch, hoewel die bedoelde goederen blijkbaar aan Brabant behoorden, niettemin werd in de leenbrieven van het Leenhof van Brabant, Algemeen Rijksarchief te Brussel, de naam van Oort indien tijd niet gevonden ; zoodat hier kan sprake wezen van achterleenen. Het archief van den leenheer, die de bedoelde goederen in onderleen of achterleen had uitgegeven, zou eene questie van opvolging kunnen ophelderen, doch het was (of is nog) in particulier bezit. Het geslacht Millinck was toen met Waalwijk beleend.

En aangezien ook, alsnog van deze procedure geen processtukken, noch vonnissen, noch andere aanteekeningen in het archief van het Leenhof van Brabant werden gevonden, dan hetgeen de Rol vermeldt, zoo blijven de registers2) van „de Rolle" dusver de eenige

Goessens verklaart dat Laureyns zoon van wijlen Harmen van Ouden in 's Hertogenbosch in der vonte gedopt en te Korsten gedaen is, en dat Ermgart dochter van Joesten Kepken (en vrouw van Jan Goessens) zijne peet was aen den Vunten en wilncr Dirck die Lu en Peter Brugmans zijne peten waren, 12 Juli 1466 De tot vergelijkingen : korsten — christen. Corstiaen■= Cristiaen Corstine = Christina uitdrukking te korsten gedaen = tot christen gemaakt, geeft tevens aanleiding Corsten = Christiaen.

1) Memoires historiques et politiques des Pays-Bas autrichiens chap. XXII, art. XIV, Dès les temps les plus recules, les fiefs situés dans les Pays-Bas, ont ressort! d'une juridiction particuliere: tous relèvent du souverain, soit médiatement, soit im médiatement Dans toutes les provinces il y a des seigneurs dont il reléve quelques fiefs, et ces seigneurs ont chacun leur cour féodale, dont le chef re^oit en leur nom les honmages des feudataires, tout comme les chefs des cours féodales relèvent immédiatement de lui

2) Over deze Registers schrijft L Galesloot, Préface blz III Inventaire des archives de la Cour féodale de Brabant. Bruxelles F Hayez 1870: Le róle se tenait