b. Jan;

c. Avesoete.

2. Jan; „jonge Jan van Bruheze" erft met Jan van Ypelaer goederen, hen verstorven van Marie van Campenhout.*) Hij was in 1471 nog „onder zijn jaren", zoodat Cornelis van Bruheze (III) dat jaar 26 Mei rechten betaalt voor leen-inkomsten op de heerlijkheid Gageldonck onder Roosendaal en Wouw, welke aan hem waren gekomen bij den dood van zijn oom Jan Steynszone. ~)

Ik geloof niet, dat hij in het huwelijk is getreden of kinderen heeft achtergelaten.

II2. Rutger van Bruheze. Volgens het zgn. Officiaalboek in het stedelijk archief te Breda was hij daar in 1443 en 1444 lid van de schepenbank. Zijn sterfdag staat ingeschreven op 25 Januari en met hem ook zijne echtgenoote H e y 1 w i c h v a n M e y k e n b r o e k.8) Deze was afkomstig uit de naaste omgeving der stad, want een brief van 1412 noemt Jacob van Mej'kenbroec onder de „mannen Diericx van der Merweyden in den hove van Borghst. 4)

Uit dit huwelijk zijn mij drie kinderen bekend :

1. Jan; schepenen.van Steenbergen noemen hem in 1482 een broer van Cornelis, in 1484 een zoon van Rutgheer;5) zie verder III.

2. Cornelis; Rutger en Heilwig worden in het necrologium der O. L. V. kerk genoemd de ouders van Corn. v. Bruheze. In eene akte van 30 Juli 1497 wordt gesproken van „Corn. van Br., Rutgerszoon" ;6) zie verder III3.

3. Bar bar a, staat in 1511 bekend als eene dochter van Rutger en zuster van Cornelis. 1) Zij is gehuwd geweest met Jan Pij lijs er, die vóór dat jaar overleden was.8).— Een bloedverwant van haar man was Willem Pijlijser, die in 1523 een beneficie bezat in de Bredasche

_lj A p. 2: 253vo. 2) R A. Brussel: Comptes n. 17148: 189.

8) HoynckvanPapendrecht, Analeeta V : 341

4) R. A 'sHert : aanwinsten 1888; vgl. Taxandria XXXVIII:1I6.

5) A.p Etten n. 273. 6) A. p. Steenbergen 2:120 en 261.

7) G. A. Breda, R. 423:69. 8) Ap. 419:117.